Einde inhoudsopgave
Richtlijn 66/401/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen
Bijlage IV Aanduidingen
Geldend
Geldend vanaf 25-03-2016
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-04-2017.
- Bronpublicatie:
03-03-2016, PbEU 2016, L 60 (uitgifte: 05-03-2016, regelingnummer: 2016/317)
- Inwerkingtreding
25-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-03-2016, PbEU 2016, L 60 (uitgifte: 05-03-2016, regelingnummer: 2016/317)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Agrarisch recht (V)
Vervoersrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
A. Officieel etiket
I. Te vermelden gegevens
- a)
voor basiszaad en gecertificeerd zaad:
- 1.
‘EG-systeem’
- 2.
Keuringsdienst en Lid-Staat of desbetreffend kenteken
- 2 bis.
Officieel volgnummer
- 3.
Partijnummer
- 3 bis.
maand en jaar van de sluiting, op de volgende wijze aangegeven: ‘gesloten in ...’ (maand en jaar)
of
maand en jaar van de laatste officiële monsterneming ten behoeve van het besluit van certificering, op de volgende wijze aangegeven: ‘monster genomen in ...’ (maand en jaar).
- 4.
Soort, ten minste aangegeven met de botanische benaming, eventueel in verkorte vorm en zonder de naam van de auteurs, in Latijns schrift
In het geval van × Festulolium worden de namen van de soorten van het geslacht Festuca en Lolium vermeld.
- 5.
Ras, ten minste vermeld in Latijns schrift
- 6.
Categorie
- 7.
Producerend land
- 8.
Opgegeven netto- of brutogewicht of opgegeven aantal zuivere zaden
- 9.
Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel, alsmede de verhouding, bij benadering, tussen het gewicht der zuivere zaden en het totaalgewicht
- 10.
Voor gecertificeerd zaad van de tweede en volgende vermeerderingen vanaf het basiszaad, de vermelding: het aantal generaties vanaf het basiszaad
- 11.
Voor zaad van grasrassen waarvoor geen onderzoek van de cultuur- en gebruikswaarde heeft plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 4, lid 2, sub a), van Richtlijn nr. 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (1): ‘niet bestemd voor de teelt van voedergewassen’.
- 12.
Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht, mogen de woorden ‘Nacontrole verricht … (maand en jaar)’ en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld. Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket.
Volgens de procedure van artikel 21 kunnen Lid-Staten worden vrijgesteld van de verplichting tot aanduiding van de botanische benaming voor afzonderlijke soorten en, in voorkomend geval, voor beperkte tijdvakken, indien is vastgesteld dat de nadelen van het voldoen aan deze verplichting groter zijn dan de voordelen die van het in de handel brengen van het zaad worden verwacht.
- b)
Voor handelszaad:
- 1.
‘EG-systeem’
- 2.
‘Handelszaad (niet naar het ras goedgekeurd)’
- 3.
Keuringsdienst en Lid-Staat of desbetreffend kenteken
- 3 bis.
Officieel volgnummer
- 4.
Partijnummer
- 4 bis.
maand en jaar van de sluiting, op de volgende wijze aangegeven: ‘gesloten in ...’ (maand en jaar)
of
maand en jaar van de laatste officiële monsterneming ten behoeve van het besluit tot goedkeuring als handelszaad, op de volgende wijze aangegeven: ‘monster genomen in . . .’ (maand en jaar)
- 5.
Soort, ten minste aangegeven met de botanische benaming, eventueel in verkorte vorm, zonder de naam van de auteurs, in Latijns schrift (2)
- 6.
Teeltgebied
- 7.
Opgegeven netto- of brutogewicht of opgegeven aantal zuivere zaden
- 8.
Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel, alsmede de verhouding, bij benadering, tussen het gewicht der zuivere zaden en het totaalgewicht.
- 9.
Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht, mogen de woorden ‘Nacontrole verricht … (maand en jaar)’ en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld. Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket.
Volgens de procedure van artikel 21 kunnen Lid-Staten worden vrijgesteld van de verplichting tot aanduiding van de botanische benaming voor afzonderlijke soorten en, in voorkomend geval, voor beperkte tijdvakken, indien is vastgesteld dat de nadelen van het voldoen aan deze verplichting groter zijn dan de voordelen die van het in de handel brengen van het zaad worden verwacht.
- c)
Voor zaadmengsels:
- 1.
‘Zaadmengsels voor … (gebruiksdoeleinden)’.
- 2.
Instantie die de verpakking heeft gesloten en Lid-Staat of desbetreffend kenteken.
- 2 bis.
Officieel volgnummer
- 3.
Partijnummer
- 3 bis.
maand en jaar van de sluiting, op de volgende wijze aangegeven: ‘gesloten in ...’ (maand en jaar)
- 4.
Gewichtsverhouding van de verschillende opgegeven bestanddelen naar soort en, in voorkomend geval, naar ras, waarbij soort en ras ten minste dienen te worden vermeld in Latijns schrift; vermelding van de benaming van het mengsel volstaat indien de koper schriftelijk in kennis wordt gesteld van de gewichtsverhouding en indien deze officieel is gedeponeerd.
In het geval van × Festulolium worden de namen van de soorten van het geslacht Festuca en Lolium vermeld.
- 5.
Opgegeven netto- of brutogewicht, of opgegeven aantal zuivere zaden
- 6.
Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel, alsmede de verhouding, bij benadering, tussen het gewicht der zuivere zaden en het totaalgewicht.
- 7.
Waar ten minste voor de kiemkracht van alle bestanddelen van het mengsel nacontrole werd verricht, mogen de woorden ‘Nacontrole verricht …(maand en jaar)’ en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld. Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket.
II. Minimumafmetingen
110 mm × 67 mm.
B. Etiket van de leverancier of tekts[lees: tekst] op de verpakking (kleine verpakking EG)
Te vermelden gegevens
- a)
Voor gecertificeerd zaad:
- 1.
‘Kleine verpakking EG B’
- 2.
Naam en adres of kenmerk van de voor de aanduiding verantwoordelijke leverancier
- 3.
Officieel volgnummer
- 4.
Dienst die het volgnummer heeft toegekend en Lid-Staat of desbetreffend kenteken
- 5.
Partijnummer indien de gecertificeerde partij niet door het officiële volgnummer kan worden geïdentificeerd
- 6.
Soort, ten minste vermeld in Latijns schrift
- 7.
Ras, ten minste vermeld in Latijns schrift
- 8.
Categorie
- 9.
Bruto- of nettogewicht of aantal zuivere zaden
- 10.
Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel alsmede de verhouding, bij benadering, tussen het gewicht der zuivere zaden en het totaalgewicht.
- 11.
Voor zaad van grasrassen waarvoor geen onderzoek van de cultuur- en gebruikswaarde heeft plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 4, lid 2 sub a), van Richtlijn nr. 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen: ‘niet bestemd voor de teelt van voedergewassen’.
- b)
Voor handelszaad:
- 1.
‘Kleine verpakking EG B’
- 2.
Naam en adres of kenmerk van de voor de aanduiding verantwoordelijke leverancier
- 3.
Officieel volgnummer
- 4.
Dienst die het volgnummer heeft toegekend en Lid-Staat of desbetreffend kenteken
- 5.
Partijnummer indien de gecontroleerde partij niet door het officiële volgnummer kan worden geïdentificeerd
- 6.
Soort, ten minste vermeld in Latijns schrift 1.
- 7.
‘Handelszaad’
- 8.
Bruto- of nettogewicht of aantal zuivere zaden
- 9.
Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel, alsmede de verhouding, bij benadering tussen het gewicht der zuivere zaden en het totaalgewicht.
- c)
Voor zaadmengsels:
- 1.
‘Kleine verpakking EG A’ of ‘Kleine verpakking EG B’
- 2.
Naam en adres of kenmerk van de voor de aanduiding verantwoordelijke leverancier
- 3.
Kleine verpakking EG B: officieel volgnummer
- 4.
Kleine verpakking EG B: dienst die het volgnummer heeft toegekend en Lid-Staat of desbetreffend kenteken
- 5.
Kleine verpakking EG B: partijnummer indien de gebruikte partijen niet door het officiële volgnummer kunnen worden geïdentificeerd
- 6.
Kleine verpakking EG A: partijnummer waardoor de gebruikte partijen kunnen worden geïdentificeerd
- 7.
Kleine verpakking EG A: naam of kenteken van de Lid-Staat
- 8.
‘Zaadmengsels voor … (gebruiksdoeleinden)’
- 9.
Bruto- of nettogewicht of aantal zuivere zaden
- 10.
Wanneer het gewicht wordt vermeld en er korrelvormige bestrijdingsmiddelen, omhullingen of andere toevoegingsmiddelen in vaste staat worden gebruikt, de vermelding van de aard van het toevoegingsmiddel, alsmede de verhouding, bij benadering, tussen het gewicht der zuivere zaden en het totaalgewicht.
- 11.
Gewichtsverhouding van de verschillende opgegeven bestanddelen naar soort en, in voorkomend geval, naar ras, waarbij soort en ras ten minste dienen te worden vermeld in Latijns schrift; een gedeelte van deze vermeldingen, mits de Lid-Staten deze verplicht hebben gesteld voor de op hun grondgebied vervaardigde kleine verpakkingen, en de vermelding van de benaming van het mengsel zijn voldoende indien de gewichtsverhouding aan de koper op diens verzoek kan worden medegedeeld en deze officieel is gedeponeerd.