Einde inhoudsopgave
Richtlijn 66/401/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen
Bijlage II Voorwaarden waaraan het zaaizaad moet voldoen
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-02-2022.
- Bronpublicatie:
08-03-2021, PbEU 2021, L 81 (uitgifte: 09-03-2021, regelingnummer: 2021/415)
- Inwerkingtreding
29-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2021, PbEU 2021, L 81 (uitgifte: 09-03-2021, regelingnummer: 2021/415)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Agrarisch recht (V)
Vervoersrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
I. Gecertificeerd zaad
1
Het zaad moet voldoende rasecht en raszuiver zijn.
Het zaaizaad van de onderstaande soorten moet met name aan de volgende normen of andere voorwaarden voldoen. Het moet de volgende minimale raszuiverheid hebben:
- —
Poa pratensis, rassen als bedoeld in het tweede gedeelte van de derde zin van punt 4 van bijlage I, Brassica napus var. napobrassica en Brassica oleracea convar. acephala: 98 %
- —
Pisum sativum, Vicia faba:
- —
gecertificeerd zaaizaad, eerste vermeerdering: 99 %,
- —
gecertificeerd zaaizaad, tweede vermeerdering: 98 %.
- —
Trifolium subterraneum, Medicago spp., met uitzondering van M. lupulina, M. sativa, M. × varia:
- —
voor de productie van basiszaad: 99,5 %,
- —
voor de productie van gecertificeerd zaad voor verdere vermeerdering: 98 %,
- —
voor de productie van gecertificeerd zaad: 95 %.
Of aan de eisen inzake minimale raszuiverheid is voldaan, wordt hoofdzakelijk nagegaan door middel van de in bijlage I omschreven veldkeuringen.
2
Het zaaizaad moet ten aanzien van kiemkracht, mechanische zuiverheid en gehalte aan zaden van andere plantensoorten, inclusief de aanwezigheid van bittere zaden in zoete rassen van Lupinus spp., aan de volgende normen of andere voorwaarden voldoen:
- A.
Tabel:
Soort
Kiemkracht
Mechanische zuiverheid
Maximumgehalte aan zaden van andere plantensoorten in een monster, waarvan het gewicht is aangegeven in bijlage III, kolom 4 (totaal per kolom)
Voorwaarden inzake het gehalte aan zaden van Lupinus spp. met een andere kleur en van bittere lupinezaden
Minimum kiemkracht
(% zuiver zaad)
Maximumehalte[lees: gehalte] aan hardschalige zaden
(% zuiver zaad)
Minimale mechanische zuiverheid
(gewichts-%)
Maximumgehalte aan zaden van andere plantensoorten
(gewichts-%)
Avena fatua, Avena sterilis
Cuscuta spp.
Andere Rumex spp. dan Rumex acetosella en Rumex maritimus
Totaal
Een enkele soort
Elymus repens
Alopecurus myosuroides
Melilotus spp.
Raphanus raphanistrum
Sinapis arvensis
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Poaceae (Gramineae)
Agrostis canina
75 (a)
90
2,0
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Agrostis capillaris
75 (a)
90
2,0
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Agrostis gigantea
80 (a)
90
2,0
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Agrostis stolonifera
75 (a)
90
2,0
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Alopecurus pratensis
70 (a)
75
2,5
1,0 (f)
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Arrhenatherum elatius
75 (a)
90
3,0
1,0 (f)
0,5
0,3
0 (g)
0 (j) (k)
5 (n)
Bromus catharticus
75 (a)
97
1,5
1,0
0,5
0,3
0 (g)
0 (j) (k)
10 (n)
Bromus sitchensis
75 (a)
97
1,5
1,0
0,5
0,3
0 (g)
0 (j) (k)
10 (n)
Cynodon dactylon
70 (a)
90
2,0
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2
Dactylis glomerata
80 (a)
90
1,5
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Festuca arundinacea
80 (a)
95
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Festuca filiformis
75 (a)
85
2,0
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Festuca ovina
75 (a)
85
2,0
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Festuca pratensis
80 (a)
95
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Festuca rubra
75 (a)
90
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Festuca trachyphylla
75 (a)
85
2,0
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
× Festulolium
75 (a)
96
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Lolium multiflorum
75 (a)
96
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Lolium perenne
80 (a)
96
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Lolium × hybridum
75 (a)
96
1,5
1,0
0,5
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Phalaris aquatica
75 (a)
96
1,5
1,0
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
5
Phleum nodosum
80 (a)
96
1,5
1,0
0,3
0,3
0
0 (k)
5
Phleum pratense
80 (a)
96
1,5
1,0
0,3
0,3
0
0 (k)
5
Poa annua
75 (a)
85
2,0 (c)
1,0 (c)
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
5 (n)
Poa nemoralis
75 (a)
85
2,0 (c)
1,0 (c)
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Poa palustris
75 (a)
85
2,0 (c)
1,0 (c)
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Poa pratensis
75 (a)
85
2,0 (c)
1,0 (c)
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Poa trivialis
75 (a)
85
2,0 (c)
1,0 (c)
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
2 (n)
Trisetum flavescens
70 (a)
75
3,0
1,0 (f)
0,3
0,3
0 (h)
0 (j) (k)
2 (n)
Fabaceae (Leguminosae)
Biserrula pelecinus
70
98
0,5
0 (i)
0 (j) (k)
10
Galega orientalis
60 (a) (b)
40
97
2,0
1,5
0,3
0
0 (l) (m)
10 (n)
Hedysarum coronarium
75 (a) (b)
30
95
2,5
1,0
0,3
0
0 (k)
5
Lathyrus cicera
80
95
1
0,5
0,3
0 (i)
0 (j) (k)
20
Lotus corniculatus
75 (a) (b)
40
95
1,8 (d)
1,0 (d)
0,3
0
0 (l) (m)
10
Lupinus albus
80 (a) (b)
20
98
0,5 (e)
0,3 (e)
0,3
0 (i)
0 (j)
5 (n)
(o) (p)
Lupinus angustifolius
75 (a) (b)
20
98
0,5 (e)
0,3 (e)
0,3
0 (i)
0 (j)
5 (n)
(o) (p)
Lupinus luteus
80 (a) (b)
20
98
0,5 (e)
0,3 (e)
0,3
0 (i)
0 (j)
5 (n)
o)(p)
Medicago doliata
70
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago italica
70 (b)
20
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago littoralis
70
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago lupulina
80 (a) (b)
20
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Medicago murex
70 (b)
30
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago polymorpha
70 (b)
30
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago rugosa
70 (b)
20
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago sativa
80 (a) (b)
40
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Medicago scutellata
70
98
2
0 (i)
0 (j)(k)
10
Medicago truncatula
70 (b)
20
98
2
0 (i)
0 (j) (k)
10
Medicago × varia
80 (a) (b)
40
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Onobrychis viciifolia
75 (a) (b)
20
95
2,5
1,0
0,3
0
0 (j)
5
Ornithopus compressus
75
90
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Ornithopus sativus
75
90
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Pisum sativum
80 (a)
98
0,5
0,3
0,3
0
0 (j)
5 (n)
Trifolium alexandrinum
80 (a) (b)
20
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium fragiferum
70
98
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trifolium glanduliferum
70 (b)
30
98
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trifolium hirtum
70
98
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trifolium hybridum
80 (a) (b)
20
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium incarnatum
75 (a) (b)
20
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium isthmocarpum
70
98
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trifolium michelianum
75 (b)
30
98
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trifolium pratense
80 (a) (b)
20
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium repens
80 (a) (b)
40
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium resupinatum
80 (a) (b)
20
97
1,5
1,0
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium squarrosum
75 (b)
20
97
1,5
0,3
0
0 (l) (m)
10
Trifolium subterraneum
80 (b)
40
97
0,5
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trifolium vesiculosum
70
98
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Trigonella foenum-graecum
80 (a)
95
1,0
0,5
0,3
0
0 (j)
5
Vicia benghalensis
80 (b)
20
97 (e)
1
0 (i)
0 (j) (k)
10
Vicia faba
80 (a) (b)
5
98
0,5
0,3
0,3
0
0 (j)
5 (n)
Vicia pannonica
85 (a) (b)
20
98
1,0 (e)
0,5 (e)
0,3
0 (i)
0 (j)
5 (n)
Vicia sativa
85 (a) (b)
20
98
1,0 (e)
0,5 (e)
0,3
0 (i)
0 (j)
5 (n)
Vicia villosa
85 (a) (b)
20
98
1,0 (e)
0,5 (e)
0,3
0 (i)
0 (j)
5 (n)
Andere soorten
Brassica napus var. napobrassica
80 (a)
98
1,0
0,5
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
5
Brassica oleracea convar. acephala (acephala var. medullosa + var. viridis)
75 (a)
98
1,0
0,5
0,3
0,3
0
0 (j) (k)
10
Phacelia tanacetifolia
80 (a)
96
1,0
0,5
0
0 (j) (k)
Plantago lanceolata
75
85
1,5
0 (i)
0 (j) (k)
10
Raphanus sativus var. oleiformis
80 (a)
97
1,0
0,5
0,3
0,3
0
0 (j)
5
- B.
Andere normen of voorwaarden waaraan moet worden voldaan, wanneer daarnaar wordt verwezen in de in deel I, punt 2, onder A, van deze bijlage opgenomen tabel:
- a)
Alle na voorbehandeling niet gekiemde verse en gezonde zaden worden beschouwd als gekiemde zaden.
- b)
Hardschalige zaden worden tot aan het aangegeven maximumpercentage beschouwd als kiemkrachtige zaden.
- c)
Een maximaal totaal gewichtspercentage van 0,8 % aan zaden van andere Poa-soorten geldt niet als onzuiverheid.
- d)
Een maximaal gewichtspercentage van 1 % aan zaden van Trifolium pratense geldt niet als onzuiverheid.
- e)
Een maximaal gewichtspercentage van 0,5 % aan zaden van Lupinus albus, Lupinus angustifolius, Lupinus luteus, Pisum sativum, Vicia faba en Vicia spp. in andere relevante soorten geldt niet als onzuiverheid.
- f)
Het voorgeschreven maximaal gewichtspercentage aan zaden van een enkele soort geldt niet voor zaden van Poa spp.
- g)
De aanwezigheid van maximaal twee zaden van Avena fatua en Avena sterilis in een monster van het voorgeschreven gewicht geldt niet als onzuiverheid, wanneer een tweede monster van hetzelfde gewicht vrij is van zaden van deze soorten.
- h)
De aanwezigheid van één zaadkorrel van Avena fatua en Avena sterilis in een monster van het voorgeschreven gewicht geldt niet als onzuiverheid, wanneer een tweede monster van tweemaal het voorgeschreven gewicht vrij is van zaden van deze soorten.
- i)
Het aantal zaden van Avena fatua en Avena sterilis wordt slechts bepaald indien er twijfel bestaat of aan de in kolom 12 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
- j)
Het aantal zaden van Cuscuta spp. wordt slechts bepaald wanneer er twijfel over bestaat of aan de in kolom 13 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
- k)
De aanwezigheid van één zaadkorrel van Cuscuta spp. in een monster van het voorgeschreven gewicht geldt niet als onzuiverheid wanneer een tweede monster van hetzelfde gewicht vrij is van zaden van Cuscuta spp.
- l)
Voor de bepaling van het aantal zaden van Cuscuta spp. moet het gewicht van het monster tweemaal zo groot zijn als het in kolom 4 van bijlage III voor de relevante soort aangegeven gewicht.
- m)
De aanwezigheid van één zaadkorrel van Cuscuta spp. in een monster van het voorgeschreven gewicht geldt niet als onzuiverheid, indien een tweede monster van tweemaal het voorgeschreven gewicht vrij is van zaden van Cuscuta spp.
- n)
Het aantal zaden van andere Rumex spp. dan Rumex acetosella en Rumex maritimus wordt slechts bepaald indien er twijfel over bestaat of aan de in kolom 14 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
- o)
Het percentage van het aantal zaden Lupinus spp. van een andere kleur mag niet meer bedragen dan:
-
in bittere lupinen
2 %
-
in andere Lupinus spp. dan bittere lupinen
1 %
- p)
Het percentage van het aantal bittere zaden in rassen van Lupinus spp. mag niet meer bedragen dan 2,5 %.
3
Het zaad moet nagenoeg vrij zijn van plaagorganismen die de bruikbaarheid en de kwaliteit van het zaad verminderen.
Het zaad moet tevens voldoen aan de eisen betreffende EU-quarantaineorganismen, plaagorganismen met quarantainestatus voor een beschermd gebied en gereguleerde niet-quarantaineorganismen die zijn opgenomen in de krachtens Verordening (EU) 2016/2031 vastgestelde uitvoeringshandelingen, alsook aan de krachtens artikel 30, lid 1, van die verordening vastgestelde maatregelen.
De aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het zaad en de respectieve categorieën moet voldoen aan de eisen in de onderstaande tabel:
Gereguleerde niet-quarantaineorganismen of door gereguleerde nietquarantaineorganismen veroorzaakte symptomen | Voor opplant bestemde planten (geslacht of soort) | Drempelwaarden voor prebasiszaad | Drempelwaarden voor basiszaad | Drempelwaarden voor gecertificeerd zaad |
Clavibacter michiganensis ssp. insidiosus (McCulloch 1925) Davis et al. [CORBIN] | Medicago sativa L. | 0 % | 0 % | 0 % |
Ditylenchus dipsaci (Kuehn) Filipjev [DITYDI] | Medicago sativa L. | 0 % | 0 % | 0 % |
II. Basiszaad
Voor basiszaad gelden de voorwaarden van deel I van deze bijlage, tenzij hieronder anders is bepaald:
- 1.
Zaad van Pisum sativum, Brassica napus var. napobrassica, Brassica oleracea convar. acephala, Vicia faba en van rassen van Poa pratensis als bedoeld in het tweede gedeelte van de derde zin van punt 4 van bijlage I moet aan de volgende normen of eisen voldoen: de minimale raszuiverheid moet 99,7 % bedragen.
Of aan de eisen inzake minimale raszuiverheid is voldaan, wordt hoofdzakelijk nagegaan door middel van de in bijlage I omschreven veldkeuringen.
- 2.
Het zaad moet aan de volgende andere normen of voorwaarden voldoen:
- A.
Tabel:
Soort
Maximumgehalte aan zaden van andere plantensoorten
Andere normen of voorwaarden
Totaal
(gewichts-%)
Aantallen in een monster waarvan het gewicht is aangegeven in bijlage III, kolom 4
(totaal per kolom)
Een enkele soort
Andere Rumex spp. dan Rumex acetosella en Rumex maritimus
Elymus repens
Alopecurus myosuroides
Melilotus spp.
1
2
3
4
5
6
7
8
Poaceae (Gramineae)
Agrostis canina
0,3
20
1
1
1
(j)
Agrostis capillaris
0,3
20
1
1
1
(j)
Agrostis gigantea
0,3
20
1
1
1
(j)
Agrostis stolonifera
0,3
20
1
1
1
(j)
Alopecurus pratensis
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Arrhenatherum elatius
0,3
20 (a)
2
5
5
(i) (j)
Bromus catharticus
0,4
20
5
5
5
(j)
Bromus sitchensis
0,4
20
5
5
5
(j)
Cynodon dactylon
0,3
20 (a)
1
1
1
(j)
Dactylis glomerata
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Festuca arundinacea
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Festuca filiformis
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Festuca ovina
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Festuca pratensis
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Festuca rubra
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Festuca trachyphylla
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
× Festulolium
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Lolium multiflorum
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Lolium perenne
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Lolium × hybridum
0,3
20 (a)
2
5
5
(j)
Phalaris aquatica
0,3
20
2
5
5
(j)
Phleum nodosum
0,3
20
2
1
1
(j)
Phleum pratense
0,3
20
2
1
1
(j)
Poa annua
0,3
20 (b)
1
1
1
(f) (j)
Poa nemoralis
0,3
20 (b)
1
1
1
(f) (j)
Poa palustris
0,3
20 (b)
1
1
1
(f) (j)
Poa pratensis
0,3
20 (b)
1
1
1
(f) (j)
Poa trivialis
0,3
20 (b)
1
1
1
(f) (j)
Trisetum flavescens
0,3
20 (c)
1
1
1
(i) (j)
Fabaceae (Leguminosae)
Biserrula pelecinus
0,3
20
5
Galega orientalis
0,3
20
2
0 (e)
(j)
Hedysarum coronarium
0,3
20
2
0 (e)
(j)
Lathyrus cicera
0,3
20
5
-
-
0 (d)
Lotus corniculatus
0,3
20
3
0 (e)
(g) (j)
Lupinus albus
0,3
20
2
0 (d)
(h) (k)
Lupinus angustifolius
0,3
20
2
0 (d)
(h) (k)
Lupinus luteus
0,3
20
2
0 (d)
(h) (k)
Medicago doliata
0,3
20
5
-
-
0 (e)
Medicago italica
0,3
20
5
-
-
0 (e)
Medicago littoralis
0,3
20
5
-
-
0 (e)
Medicago lupulina
0,3
20
5
-
-
0 (e)
(j)
Medicago murex
0,3
20
5
-
-
0 (e)
Medicago polymorpha
0,3
20
5
-
-
-
Medicago rugosa
0,3
20
5
-
-
-
Medicago sativa
0,3
20
3
0 (e)
(j)
Medicago scutellata
0,3
20
5
Medicago truncatula
0,3
20
5
Medicago × varia
0,3
20
3
0 (e)
(j)
Onobrychis viciifolia
0,3
20
2
0 (d)
Ornithopus compressus
0,3
20
5
Ornithopus sativus
0,3
20
5
Pisum sativum
0,3
20
2
0 (d)
Trifolium alexandrinum
0,3
20
3
0 (e)
(j)
Trifolium fragiferum
0,3
20
5
Trifolium glanduliferum
0,3
20
5
Trifolium hirtum
0,3
20
5
Trifolium hybridum
0,3
20
3
0 (e)
(j)
Trifolium incarnatum
0,3
20
3
0 (e)
(j)
Trifolium isthmocarpum
0,3
20
5
-
-
-
(j)
Trifolium michelianum
0,3
20
5
-
-
-
-
Trifolium pratense
0,3
20
5
0 (e)
(j)
Trifolium repens
0,3
20
5
0 (e)
(j)
Trifolium resupinatum
0,3
20
3
0 (e)
(j)
Trifolium squarrosum
0,3
20
5
-
-
-
-
Trifolium subterraneum
0,3
20
5
-
-
-
(j)
Trifolium vesiculosum
0,3
20
5
-
-
-
(j)
Trigonella foenum-graecum
0,3
20
2
0 (d)
Vicia benghalensis
0,3
20
5
-
-
0 (d)
-
Vicia faba
0,3
20
2
0 (d)
Vicia pannonica
0,3
20
2
0 (d)
(h)
Vicia sativa
0,3
20
2
0 (d)
(h)
Vicia villosa
0,3
20
2
0 (d)
(h)
Andere soorten
Brassica napus var. napobrassica
0,3
20
2
(j)
Brassica oleracea convar. acephala (acephala var. medullosa + var. viridis)
0,3
20
3
(j)
Phacelia tanacetifolia
0,3
20
Plantago lanceolata
0,3
20
3
Raphanus sativus var. oleiformis
0,3
20
2
- B.
Andere normen of voorwaarden waaraan moet worden voldaan, wanneer daarnaar wordt verwezen in de in deel II, punt 2, onder A, van deze bijlage opgenomen tabel:
- a)
De aanwezigheid van in totaal 80 zaden van Poa spp. geldt niet als onzuiverheid.
- b)
De in kolom 3 vastgestelde voorwaarde is niet van toepassing op zaaizaad van Poa spp. Het totale maximale aantal zaden van andere Poa spp. dan de soort die onderzocht wordt, mag niet meer dan 1 bedragen in een monster van 500 zaden.
- c)
De aanwezigheid van in totaal 20 zaden van Poa spp. geldt niet als onzuiverheid.
- d)
Het aantal zaden van Melilotus spp. wordt slechts bepaald wanneer er twijfel over bestaat of aan de in kolom 7 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
- e)
De aanwezigheid van één zaadkorrel van Melilotus spp. in een monster van het voorgeschreven gewicht geldt niet als onzuiverheid, indien een tweede monster van tweemaal het voorgeschreven gewicht vrij is van zaden van Melilotus spp.
- f)
Voorwaarde c) in punt 2 van deel I van deze bijlage is niet van toepassing.
- g)
Voorwaarde d) in punt 2 van deel I van deze bijlage is niet van toepassing.
- h)
Voorwaarde e) in punt 2 van deel I van deze bijlage is niet van toepassing.
- i)
Voorwaarde f) in punt 2 van deel I van deze bijlage is niet van toepassing.
- j)
De voorwaarden k) en m) in punt 2 van deel I van deze bijlage zijn niet van toepassing.
- k)
Het percentage van het aantal bittere zaden in rassen van Lupinus spp. mag niet meer bedragen dan 1 %.
III. Handelszaad
Voor handelszaad gelden de voorwaarden van deel I, punten 2 en 3, van deze bijlage, tenzij hieronder anders is bepaald:
- 1.
De gewichtspercentages van de kolommen 5 en 6 van de in deel I, punt 2, onder A, van deze bijlage opgenomen tabel worden met 1 % verhoogd.
- 2.
Voor Poa annua geldt een maximaal totaal gewichtspercentage van 10 % aan zaden van andere Poa-soorten niet als onzuiverheid.
- 3.
Voor andere Poa spp. dan Poa annua geldt een maximaal totaal gewichtspercentage 3 % aan zaden van andere Poa-soorten niet als onzuiverheid.
- 4.
Voor Hedysarum coronarium geldt een maximaal totaal gewichtspercentage van 1 % aan zaden van Melilotus spp. niet als onzuiverheid.
- 5.
Voorwaarde d) in punt 2 van deel I van deze bijlage is niet van toepassing op Lotus corniculatus.
- 6.
Voor Lupinus spp.:
- a)
bedraagt de minimale mechanische zuiverheid 97 gewichtspercent;
- b)
mag het percentage van het aantal zaden Lupinus spp. van een andere kleur niet meer bedragen dan:
-
in bittere lupinen
4 %
-
in andere Lupinus spp. dan bittere lupinen
2 %
- 7.
Voor Vicia spp. geldt een maximaal totaal gewichtspercentage van 6 % aan zaden van Vicia pannonica, Vicia villosa, Vicia benghalensis of aanverwante cultuursoorten in andere relevante soorten niet als onzuiverheid.
- 8.
Voor Vicia pannonica, Vicia sativa, Vicia villosa en Vicia benghalensis bedraagt de minimale mechanische zuiverheid 97 gewichtspercent.
- 9.
Voor Lathyrus cicera bedraagt de minimale mechanische zuiverheid 90 gewichtspercent. Een maximaal totaal gewichtspercentage van 5 % aan zaden van gelijkaardige soorten geldt niet als onzuiverheid