NJ 2012/357
De aanhouding van verzoeker in Zwitserland naar aanleiding van een verzoek daartoe op grond van een uitleveringsverdrag vormt geen schending van de vrijgeleide-bepaling (‘safe-conduct’ clausule) of van het beginsel van goede trouw, nu verzoeker naar Zwitserland was gereisd om privé– en zakelijke redenen. De omstandigheid dat verzoeker tijdens zijn verblijf in Zwitserland als getuige in een strafzaak is gehoord en dat hij na afloop van dat verhoor is aangehouden maakt dat niet anders.
EHRM 21-06-2011, ECLI:NL:XX:2011:BT6194, m.nt. A.H. Klip (Adamov/Suisse)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
21 juni 2011
- Magistraten
F. Tulkens, D. Thór Björgvinsson, D. Popović, G. Malinverni, A. Sajó, G. Raimondi, P. Pinto de Albuquerque
- Zaaknummer
3052/06
- Noot
A.H. Klip
- LJN
BT6194
- Roepnaam
Adamov/Suisse
- JCDI
JCDI:ADS127487:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2011:BT6194, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 21‑06‑2011
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 1
Essentie
De aanhouding van verzoeker in Zwitserland naar aanleiding van een verzoek daartoe op grond van een uitleveringsverdrag vormt geen schending van de vrijgeleide-bepaling (‘safe-conduct’ clausule) of van het beginsel van goede trouw, nu verzoeker naar Zwitserland was gereisd om privé– en zakelijke redenen. De omstandigheid dat verzoeker tijdens zijn verblijf in Zwitserland als getuige in een strafzaak is gehoord en dat hij na afloop van dat verhoor is aangehouden maakt dat niet anders.
Samenvatting
Het EHRM stelt vast dat verzoeker niet speciaal naar Zwitserland is gereisd om te worden gehoord in de strafzaak tegen zijn dochter, maar integendeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.