V-N 2016/13.9
Box 3-heffing volgens A-G in individuele gevallen strijdig met art. 1 Eerste Protocol EVRM
HR (Parket) 04-02-2016, ECLI:NL:PHR:2016:41, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
4 februari 2016
- Zaaknummer
14/05020
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922951:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1129, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:41, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat de vermogensrendementsheffing een disproportionele inbreuk maakt op het door art. 1 Eerste Protocol EVRM gewaarborgde recht op ongestoord genot van eigendom. De A-G verwijst daarbij naar de jurisprudentie van het EHRM.
Samenvatting
X woont met zijn gezin in Noorwegen en beschikt over een woning in Nederland die hij gebruikt als hij met zijn gezin in Nederland verblijft. De woning wordt niet verhuurd. In geschil is of de wetgeving op grond waarvan 4% van de WOZ-waarde van deze woning in de heffing over het inkomen uit sparen en beleggen wordt betrokken, ten aanzien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.