Einde inhoudsopgave
Belastingplan 2007
Artikel XXV
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
14-12-2006, Stb. 2006, 682 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30804)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2006, Stb. 2006, 682 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30804)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldend beding van een arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst of andere overeenkomst, inhoudende dat de werkgever jegens of ten behoeve van de ouder die als werknemer tegenwoordige arbeid verricht als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, van de Wet kinderopvang verplicht is een bijdrage in de kosten van kinderopvang te verstrekken, blijft buiten toepassing, voorzover die bijdrage overeenkomt met of minder bedraagt dan het bedrag van de vermeerdering van de kinderopvangtoeslag, bedoeld in artikel 8 van de Wet kinderopvang, waarop de ouder aanspraak kan maken, waarbij de hoogte van de bedoelde vermeerdering wordt gesteld op:
- a.
een zesde deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet kinderopvang;
- b.
in geval de bijdrage mede betrekking heeft op de omstandigheid dat een ouder een partner heeft die van zijn werkgever geen bijdrage in de kosten van kinderopvang ontvangt of een bijdrage die minder bedraagt dan een zesde deel van die kosten: een derde deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet kinderopvang, verminderd met de door de partner ontvangen bijdrage;
- c.
in geval de bijdrage mede betrekking heeft op de omstandigheid dat een ouder geen partner heeft: een derde deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet kinderopvang.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een aldaar bedoeld beding tot verstrekking van kinderopvang.
3.
Bij de toepassing van het eerste en tweede lid is artikel 7, tweede lid, van de Wet kinderopvang van overeenkomstige toepassing.
4.
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt met een collectieve arbeidsovereenkomst gelijkgesteld een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan en wordt met werkgever onderscheidenlijk werknemer gelijkgesteld overheidswerkgever onderscheidenlijk overheidswerknemer.