NJF 2015/219
Procesrecht. Gezag van gewijsde eerdere proceskostenveroordeling. Vordering tot vergoeding daadwerkelijke proceskosten afgewezen.
Hof 's-Hertogenbosch 10-03-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:829
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
10 maart 2015
- Magistraten
Mrs. H.A.G. Fikkers, S.M.A.M. Venhuizen, D.A.E.M. Hulskes
- Zaaknummer
HD 200.114.109/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2015:829, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 10‑03‑2015
ECLI:NL:GHSHE:2013:1463, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 19‑02‑2013
- Wetingang
Art. 6:83 onder a, 164 lid 2, 248 lid 1 BW; art 237 Rv
Essentie
Procesrecht. Gezag van gewijsde eerdere proceskostenveroordeling. Vordering tot vergoeding daadwerkelijke proceskosten afgewezen.
Samenvatting
De bank verliest in twee instanties een incassoprocedure tegen een borg. De bank wordt, conform liquidatietarief, in de proceskosten verwezen, overigens nadat de borg vergeefs om afwijking van het tarief had gevraagd. In de onderhavige procedure vordert de (voormalige) borg vergoeding van de daadwerkelijke proceskosten in de eerdere procedures. De bank beroept zich vergeefs op gezag van gewijsde van de eerdere proceskostenveroordeling omdat de huidige vordering op onrechtmatige daad is gebaseerd. De vordering wordt echter afgewezen omdat de bank geen misbruik heeft gemaakt van procesrecht; van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.