NJB 2016/154:Beklag aangaande beslag art. 552a Sv en verschoningsrecht advocaat, art. 98 Sv: in casu komt hiervan afgeleid verschoningsrecht toe aan door raadsman ingeschakelde belastingadviseurs/fiscalisten. De aard van het hier afgeleide verschoningsrecht brengt mee dat het oordeel omtrent de vraag of stukken en gegevens object van de afgeleide bevoegdheid tot verschoning uitmaken, in beginsel toekomt aan de persoon van wie het verschoningsrecht is afgeleid. De afgeleid-verschoningsgerechtigde dient de gevorderde stukken en gegevens uit te leveren, en de rechter-commissaris dient vervolgens de verschoningsgerechtigde in staat te stellen zich uit te laten over zijn verschoningsrecht betreffende de stukken en gegevens. De Hoge Raad zet procedures door rechter-commissaris en die inzake beklag uiteen die – gelet op de Wet verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit (Stb. 2014, 445), waarbij de art. 98, 552a en 552d Sv zijn gewijzigd – gelden indien degene die ter voldoening aan een daartoe strekkende vordering stukken en gegevens heeft uitgeleverd niet zelf de verschoningsgerechtigde is en aanvoert dat een geheimhouder de bevoegdheid tot verschoning kan uitoefenen ten aanzien van stukken of gegevens die zijn uitgeleverd ter inbeslagneming