Einde inhoudsopgave
Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 15 Beslechting van geschillen
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2003
- Bronpublicatie:
15-11-2000, Trb. 2004, 35 (uitgifte: 03-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2000, Trb. 2004, 35 (uitgifte: 03-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Algemeen
1.
De Staten die partij zijn, spannen zich in geschillen betreffende de uitleg of toepassing van dit Protocol te beslechten door onderhandeling.
2.
Elk geschil tussen twee of meer Staten die partij zijn betreffende de uitleg of toepassing van dit Protocol dat niet binnen een redelijke termijn door onderhandelingen kan worden beslecht, wordt op verzoek van een van de Staten die partij zijn onderworpen aan arbitrage. Indien deze Staten die partij zijn binnen zes maanden na de datum van het verzoek om arbitrage er niet in zijn geslaagd overeenstemming te bereiken over de regeling van de arbitrage, kan ieder van deze Staten die partij zijn het geschil voorleggen aan het Internationale Gerechtshof door middel van een verzoek overeenkomstig het Statuut van het Hof.
3.
Elke Staat die partij is, kan bij de ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot dit Protocol verklaren zich niet gebonden te achten door het tweede lid van dit artikel. De andere Staten die partij zijn, zijn niet gebonden door het tweede lid van dit artikel ten aanzien van een Staat die partij is die een dergelijk voorbehoud heeft gemaakt.
4.
Een Staat die partij is die een voorbehoud heeft gemaakt overeenkomstig het derde lid van dit artikel, kan dit voorbehoud te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.