O&A 2013/18
Immateriële schade; overschrijding redelijke termijn in aanvraag- en bezwaarfase; beperking overeenkomstige toepassing art. 6 EVRM
HR 11-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX8360 (Staat der Nederlanden,Pakistaanse aanvrager verblijfsvergunning)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/04142
- LJN
BX8360
- Roepnaam
Staat der Nederlanden
Pakistaanse aanvrager verblijfsvergunning
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BX8360, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BX8360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2012
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 6:162 BW
Essentie
Immateriële schade; overschrijding redelijke termijn in aanvraag- en bezwaarfase; beperking overeenkomstige toepassing art. 6 EVRM
Partij(en)
X/De Staat der Nederlanden
Uitspraak
Samenvatting
In een vreemdelingenprocedure vordert X een verklaring voor recht dat de staat jegens hem schadeplichtig is voor de immateriële schade die hij heeft geleden wegens onrechtmatig handelen door schending van de redelijke termijn in de aanvraag- en bezwaarfase. Weliswaar dient rekening te worden gehouden met de duur van de behandeling van het bezwaar indien een rechterlijke procedure is gevolgd, maar een overeenkomstige toepassing van art. 6 EVRM gaat niet zo ver dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.