Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet EEG-Executieverdrag
Artikel 2 [Verzoekschrift tot verlof]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2008
- Bronpublicatie:
20-03-2008, Stb. 2008, 100 (uitgifte: 08-04-2008, kamerstukken: 30815)
- Inwerkingtreding
01-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2008, Stb. 2008, 274 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
Ten aanzien van het verlof tot tenuitvoerlegging bedoeld in artikel 31 van het verdrag, zijn de artikelen 985–991 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing.
2.
Het in het eerste lid bedoelde verlof wordt gevraagd bij verzoekschrift, dat in de Nederlandse taal is gesteld, onverminderd artikel 7 van de Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer. Het wordt ter griffie ingediend door een advocaat en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank. Het verzoekschrift wordt behandeld en beslist door de voorzieningenrechter van de rechtbank.
3.
Onverminderd het bepaalde bij artikel 48, eerste lid, van het verdrag wordt bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde documenten de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.
4.
In afwijking van het gestelde in de tweede zin van het tweede lid is de bijstand van een advocaat niet vereist indien het bedrag dat de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd moet voldoen in hoofdsom niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 93 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Is het eerstbedoelde bedrag uitgedrukt in een buitenlandse munteenheid, dan moet het worden omgerekend tegen de koers van de dag van de indiening van het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging.