RBP 2018/91:Immuniteit van executie. Welke vorderingen van een vreemde staat op derden in Nederland zijn voor executie vatbaar?

RBP 2018/91

Immuniteit van executie. Welke vorderingen van een vreemde staat op derden in Nederland zijn voor executie vatbaar?

Documentgegevens:

Hof Amsterdam 31-07-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:2736

Instantie: Hof Amsterdam
Datum: 31 juli 2018
Magistraten: Mrs. D.J. van der Kwaak, R.J.M. Smit, E.K. Veldhuijzen van Zanten
Zaaknummer: 200.213.657/01
JCDI: JCDI:ADS246698:1
Vakgebied(en): Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Staatsrecht / Rechtspraak
Brondocumenten: ECLI:NL:GHAMS:2018:2736, Uitspraak, Hof Amsterdam, 31‑07‑2018
Wetingang: Art. 436, 438 lid 4 Rv; art. 3a GDW; art. 13a Wet AB; art. 19 onderdeel c UN Convention on Jurisdictional Immunities of States and their Property (niet in werking).

Essentie

Appel deurwaarderskortgeding. Derdenbeslag. Immuniteit van executie.

Welke vorderingen van een vreemde staat op derden in Nederland zijn voor executie vatbaar?

Samenvatting

De Nederlandse vennootschap Instrubel heeft, uit kracht van een in Nederland uitvoerbaar verklaard buitenlands arbitraal vonnis, ten laste van Iraakse staatsorganen, in Nederland executoriaal derdenbeslag laten leggen, tot verhaal van een vordering van € 38.000.000. De deurwaarder heeft deze beslagen gemeld bij de minister van Veiligheid en Justitie, zoals in art 3a van de Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw) is voorgeschreven. De minister heeft daarop de deurwaarder aangezegd de beslagen op te heffen omdat ze strijdig zijn met volkenrechtelijke verplichtingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.