NJ 1950/592
Vordering tot vergoeding van schade, door een aanrijding aan de R.T.M. veroorzaakt doordat haar aangereden locomotief tijdelijk buiten gebruik is gesteld. Vervanging door een reserve-locomotief. Komen de kosten van het beschikbaar houden reserve-locomotief t.l.v. den voor de aanrijding aansprakelijken persoon?
HR 31-03-1950, ECLI:NL:HR:1950:135, m.nt. Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing (Eerste lokomotiefarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 1950
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en Smits
- Zaaknummer
[31031950/NJ_1950-592]
- Conclusie
Mr. Hooykaas
- Noot
Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Roepnaam
Eerste lokomotiefarrest
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS134045:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1950:135, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑1950
- Wetingang
(BW art. 1401, Motor- en Rijwielwet art. 25.)
Essentie
Vordering tot vergoeding van schade, door een aanrijding aan de R.T.M. veroorzaakt doordat haar aangereden locomotief tijdelijk buiten gebruik is gesteld. Vervanging door een reserve-locomotief. Komen de kosten van het beschikbaar houden reserve-locomotief t.l.v. den voor de aanrijding aansprakelijken persoon?
Samenvatting
Nu de onmiddellijke vervanging door een reserve-locomotief alleen mogelijk was omdat de R.T.M. een locomotief beschikbaar houdt om te kunnen invallen, teneinde op te vangen de schade door winstderving, die zou worden geleden tengevolge van aanrijdingen door schuld van derden, en voor dezen maatregel de afwending van het gevaar van bedrijfsstagnatie als gevolg van het plaatsvinden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.