JWB 2006/34
Merk, woordmerk, onderscheidend vermogen, creativiteit
HR 27-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU4618 (Campina/Benelux-Merkenbureau)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2006
- Zaaknummer
R97/155HR9090
- LJN
AU4618
- Roepnaam
Campina/Benelux-Merkenbureau
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU4618, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU4618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2006
- Wetingang
Art. 6ter BMW; art. 3 lid 1 Richtlijn 89/104/EEG
Essentie
Merk, woordmerk, onderscheidend vermogen, creativiteit
Samenvatting
Casus
Bij zijn arrest van 19 juni 1998 heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Benelux-Gerechtshof gesteld. Het Gerechtshof heeft het voor het beantwoorden van de vragen noodzakelijk geacht prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te stellen. Nadat het HvJ EG de vragen betreffende de uitleg van bepalingen van Richtlijn 89/104/EEG heeft beantwoord, heeft het Gerechtshof de vragen van de Hoge Raad beantwoord.
Rechtsvraag
In cassatie komt onder andere de vraag naar de maatstaf voor de beoordeling van het onderscheidend vermogen van een woordmerk aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.