RFR 2015/27
Huwelijksvermogensrecht. Welke waarderingsmethode dient te worden gehanteerd voor de waardering van een onderneming?
HR 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3462
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 november 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04874
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920107:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3462, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1770, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2013
- Wetingang
Art. 3:178 BW e.v.
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Huwelijkse voorwaarden.
Welke waarderingsmethode dient te worden gehanteerd voor de waardering van een onderneming? Welk belastingpercentage dient te worden toegepast bij de berekening van een latente belastingclaim op de stille reserves, de FOR en de lijfrentepolissen? Is hoger beroep mogelijk tegen een kennelijke vergissing waarvoor art. 31 Rv open staat?
Samenvatting
Partijen zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden, inhoudende dat partijen ieder jaar het overgespaarde inkomen bij helfte dienen te verdelen. Zij hebben nimmer uitvoering gegeven aan dit verrekenbeding. De man is zelfstandig ondernemer. Hij geniet inkomsten uit zijn eenmanszaak, van waaruit hij onroerend goed exploiteert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.