NJ 2018/214
Processueel ondeelbare rechtsverhouding (vordering tot verdeling nalatenschap); oproeping alle partijen.
HR 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:649
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/02482
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110959:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:649, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Processueel ondeelbare rechtsverhouding (vordering tot verdeling nalatenschap); oproeping alle partijen.
Bij een processueel ondeelbare rechtsverhouding dienen alle bij de rechtsverhouding betrokken partijen in het geding te worden opgeroepen, zowel in eerste aanleg, als in volgende instanties (HR 10 maart 2017, NJ 2018/81), ook indien eiser tot cassatie door het hof niet-ontvankelijk is verklaard in zijn hoger beroep tegen bepaalde betrokken partijen. Eiser wordt in de gelegenheid gesteld de betrokken partijen alsnog op te roepen op de voet van het in deze zaak toepasselijke art. 30g Rv.
Samenvatting
Op vordering van verweerster in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.