BNB 2019/49
Wettelijke rente over toegekende vergoeding immateriële schade wegens overschrijding redelijke termijn, voor proceskosten en griffierecht
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2358, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
17/04504
- Noot
P.G.H. Albert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18175:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2358, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2018
- Wetingang
Art. 8:73 Awb; art. 6:119 BW
Essentie
Wettelijke rente over toegekende vergoeding immateriële schade wegens overschrijding redelijke termijn, voor proceskosten en griffierecht
Samenvatting
De Rechtbank heeft de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van € 1.000 immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn voor het doen van uitspraak. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de overschrijding geheel is toe te rekenen aan de duur van de bezwaarfase. Belanghebbende heeft in hoger beroep gesteld dat de Inspecteur wettelijke rente is verschuldigd over deze schadevergoeding.
HR: Wettelijke rente is verschuldigd wegens vertraging in de voldoening van een geldsom over de tijd dat de schuldenaar in verzuim is geweest met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.