Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
Rb. Rotterdam, 04-08-2022, nr. 9597253 CV EXPL 21-42114
ECLI:NL:RBROT:2022:6318
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
04-08-2022
- Zaaknummer
9597253 CV EXPL 21-42114
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2022:6318, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 04‑08‑2022; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 04‑08‑2022
Partij(en)
locatie Rotterdam
zaaknummer: 9597253 \ CV EXPL 21-42114
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Billink Financial Solutions B.V.,
te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde] ,
te [plaats] ,
gedaagde,
die niet heeft gereageerd.
RECHTBANK ROTTERDAM |
datum uitspraak: 4 augustus 2022 |
1. De procedure
Eiseres heeft gevorderd bij vonnis gedaagde te veroordelen aan eiseres te betalen € 78,55 met rente en kosten zoals in de dagvaarding van 6 december 2021 omschreven.
Tegen gedaagde is verstek verleend.
Bij rolbeslissing is eiseres in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de kantonrechter om de overeenkomst gedeeltelijk te vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument zal worden verminderd. Eiseres heeft daarna nog een akte genomen.
2. De beoordeling
Informatieverplichtingen
2.1.
De overeenkomst is gesloten op afstand of buiten de verkoopruimte tussen een handelaar en een consument. Van een overeenkomst op afstand is bijvoorbeeld sprake als deze via een website of telefonisch is aangegaan. Een overeenkomst is aangegaan buiten de verkoopruimte als bijvoorbeeld een handelaar bij de consument aan de deur is gekomen.
2.2.
Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken1.en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals bijvoorbeeld een e-mail of een brief.
2.3.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting.2.
2.4.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn3.opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Bij de precontractuele informatieverplichtingen geldt dat meerdere voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieverplichtingen die onder dezelfde letter van artikel 6:230m lid 1 BW vallen samen worden geteld als één schending. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden gerekend als één schending.
2.5.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken. Voor zover dat in deze zaak aan de orde is zullen eerst de informatieverplichtingen met een specifieke sanctie worden beoordeeld. Daarna zullen de essentiële informatieverplichtingen zonder specifieke sanctie worden beoordeeld. Bij deze laatste categorie wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van de informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en het bevestigen van de informatie op een duurzame gegevensdrager.
de essentiële informatieverplichtingen
verstrekken van informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst
de wijze van betaling
2.6.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g BW moet de wijze van betaling worden getoond. Het gaat daarbij om de wijze waarop de consument mag betalen en de termijn(en) waarbinnen moet worden betaald. Als de betaling loopt via een derde partij (niet zijnde een bank) dan moet dit ook worden vermeld. Eiseres heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
bevestiging van de informatie op een duurzame gegevensdrager
de wijze van levering
2.7.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet de verwachte levertermijn aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door het sturen van een track-and-trace-code of een hyperlink. Eiseres heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
het ontbindingsrecht
2.8.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen een bepaalde periode te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. Eiseres heeft niet aan deze informatieverplichting voldaan omdat niet blijkt dat het modelformulier is bijgevoegd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
de bestelknop
2.9.
De consument is de bestelling aangegaan door middel van een bestelknop. De tekst op de knop voldoet niet aan de eisen van de wet. Uit de tekst op de knop zelf moet namelijk blijken dat de consument uitdrukkelijk erkent dat hij een betalingsverplichting aangaat. Dat betekent dat de tekst ook in de omgangstaal zonder twijfel in verband moet worden gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting.4.Dat is hier niet het geval.
2.10.
Bij een onjuiste bestelknop geeft de wet aan de consument het recht om de overeenkomst te vernietigen.5.Dit is gebaseerd op de Richtlijn Consumentenrechten waarin staat dat de consument in zo’n geval niet aan de overeenkomst is gebonden. Volgens de kantonrechter betekent niet gebonden zijn dat de consument ervoor kan kiezen de overeenkomst niet in werking te laten treden, maar dat in dat geval ook de handelaar zijn verplichtingen niet meer hoeft na te komen. De kantonrechter is van oordeel dat de rechter de overeenkomst alleen ambtshalve moet vernietigen als de consument - zo nodig nadat hem dat door de rechter is gevraagd - heeft aangegeven van dit recht gebruik te willen maken. Het zal niet altijd in het belang van de consument zijn om de overeenkomst te vernietigen, omdat vernietiging niet alleen tot gevolg heeft dat de consument niet hoeft te betalen maar ook dat de consument moet teruggeven wat hij op grond van de overeenkomst heeft ontvangen. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad is af te leiden dat de rechten die de richtlijn aan consumenten geeft niet tegen de wil van de consument worden toegepast. Omdat de consument in deze zaak niet heeft gereageerd en dus niet duidelijk is wat de consument wil terwijl ervan moet worden uitgegaan dat de prestatie wel is geleverd en behouden, kan de kantonrechter de overeenkomst niet vernietigen.
2.11.
Het voorgaande neemt niet weg dat vanwege de onjuiste bestelknop sprake is van een schending van artikel 6:230v lid 3 BW. Om de afschrikkende werking van de richtlijn te bewaken zal de kantonrechter deze schending daarom rekenen als één schending bij de toepassing van de hiervoor genoemde sanctierichtlijn. De onjuiste tekst op de bestelknop rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk geen zwaardere sanctie dan een schending van een essentiële informatieplicht. Bij vermindering van de betalingsverplichting mag de consument bestelde producten immers houden. De situatie is daarom niet vergelijkbaar met vernietiging van de overeenkomst in zijn geheel. Daarbij is meegewogen dat het bestelproces verder wel zo is ingericht dat voor gedaagde duidelijk moet zijn geweest dat hij een betalingsverplichting aanging.
conclusie essentiële informatieverplichtingen
2.12.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van minder dan vier voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat € 58,41 aan hoofdsom toewijsbaar is (75% van € 77,88, van de hoofdsom).
buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente
2.13.
Eiseres maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. In de door eiseres aan gedaagde verzonden aanmaning, die overigens voldoet aan de in artikel 6:96, zesde lid BW gestelde eisen, wordt een lager bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten genoemd dan thans wordt gevorderd. De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen tot een bedrag van € 15,00. De wettelijke rente wordt toegewezen steeds over het openstaande saldo aan hoofdsom voor zover gedaagde in verzuim is. Daarbij wordt opgemerkt dat als er meerdere termijnen verschuldigd zijn, steeds elke termijn met een gelijk percentage is verminderd.
afsluitend
2.14.
Voor het overige komt de vordering niet ongegrond of onrechtmatig voor. De vordering wordt daarom voor het overige toegewezen, rekening houdend met het bedrag van € 40,00 dat al door gedaagde is betaald.
3. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen kwijting te betalen € 33,41, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over het saldo dat aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens na elke credit- en debetmutatie heeft uitgestaan, vanaf de dag van verzuim tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 230,15 aan verschotten en € 37,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting. 889 | |
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 04‑08‑2022
Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl
Hof van Justitie EU 7 april 2022, ECLI:EU:C:2022:269