V-N 2022/15.6
A-G werkt gevolgen Kerstarrest box 3-heffing voor jaren 2015-2018 nader uit.
HR (A-G) 24-02-2022, ECLI:NL:PHR:2022:180, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
24 februari 2022
- Zaaknummer
21/04407
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS639850:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:HR:2022:720, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:180, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
Advocaat-Generaal Niessen concludeert dat, gezien het Kerstarrest van de Hoge Raad, het beroep in cassatie voor de jaren 2015 en 2016 ongegrond is en voor de jaren 2017 en 2018 gegrond. De A-G stelt vervolgens een uitwerking van de gevolgen van het Kerstarrest voor.
Samenvatting
X geeft in zijn IB-aangiften 2015-2018 box 1- en box 3-inkomen aan. De inspecteur stelt de belastbare box 3-inkomens vast overeenkomstig de aangiften. X is het niet eens met deze box 3-heffing en stelt dat deze heffing moeten worden beperkt tot 30% van het in deze jaren daadwerkelijk genoten rendement. Hof Den Haag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.