Einde inhoudsopgave
Arbeidsveiligheidsbesluit I BES
Artikel 128
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Veiligheidsbesluit I, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 615 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Het is verboden acetyleentoestellen te gebruiken, waarin het gas onder een overdruk van meer dan 1.5 kg/cm2 kan voorkomen.
2.
Het is verboden acetyleentoestellen te gebruiken, waarin het gas wordt ontwikkeld door het invallen van calciumcarbid in water, indien daarbij in het toestel een overdruk van 0.50 kg/cm2 of meer kan voorkomen, tenzij de carbidvulling 60 kg of meer bedraagt en gedurende de tijd, dat het toestel in gebruik is, voortdurend een deskundig persoon aanwezig is, die speciaal belast is met het toezicht op en de behandeling van het toestel.
3.
Onverminderd het in het eerste en tweede lid bepaalde, moeten acetyleentoestellen, waarin de overdruk 0.50 kg/cm2 of meer bedraagt, zodanig zijn geconstrueerd, dat zij zonder blijvende vormverandering een overdruk van 5 kg/cm2 kunnen weerstaan, met dien verstande, dat de wanddikte van de toestellen ten minste 1.5 mm moet bedragen.
4.
Op een toestel als bedoeld in het derde lid moet duidelijk leesbaar een uitsluitend voor dat toestel bestemd nummer zijn aangebracht. De gebruiker van het toestel moet in het bezit zijn van een certificaat afgegeven door Onze Minister van Sociale Zaken Werkgelegenheid of een door deze aangewezen instelling, waaruit blijkt, dat het toestel geperst is op een druk van 5 kg/cm2 en die druk heeft weerstaan zonder dat blijvende vormverandering optrad.
5.
Op een toestel als bedoeld in het derde lid moet de werkdruk op duidelijk zichtbare wijze zijn aangegeven. De werkdruk mag niet meer dan 1.4 kg/cm2 bedragen.
6.
Een toestel als bedoeld in het derde lid moet voorzien zijn van een goed werkende manometer, die de overdruk in het toestel in kg/cm2 duidelijk aanwijst. Deze manometer moet zodanig zijn ingericht, dat hij een druk tot 2.5 kg/cm2 op juiste wijze aangeeft. Op de schaalverdeling moet de toegestane werkdruk met een rode streep zijn aangeduid.
7.
Een toestel als bedoeld in het derde lid moet zijn voorzien van twee veiligheidskleppen, tenzij het een verplaatsbaar toestel is en in de bedrijfstoestand minder dan 250 kg weegt, in welk geval met één veiligheidsklep kan worden volstaan.
8.
Een veiligheidsklep als bedoeld in het zevende lid moet zijn aangesloten op een pijp van voldoende doorsnee, waardoor het ontsnappende gas rechtstreeks in de buitenlucht wordt afgevoerd, tenzij het betreft een verplaatsbaar toestel, dat tijdelijk in een fabriek of werkplaats wordt gebruikt voor het autogeen snijden, lassen of verwarmen van vast opgestelde of moeilijk verplaatsbare voorwerpen. Deze veiligheidsklep moet zodanig zijn ingericht:
- a.
dat de werkdruk met niet meer dan ten hoogste 0.1 kg/cm2 wordt overschreden en dat de klep ophoudt te werken als de druk 0.1 kg/cm2 beneden de werkdruk is gedaald;
- b.
dat haar goede werking niet kan worden verstoord door slijtage, roesten, vervuilen, vocht of dergelijke oorzaken;
- c.
dat zij niet op eenvoudige wijze kan worden ingesteld op een andere druk dan waarop zij behoort te werken, noch buiten werking gesteld.
9.
Acetyleentoestellen, waarin gas voorkomt onder een overdruk groter dan 0.1 kg/cm2 doch geringer dan 0.5 kg/cm2, moeten voorzien zijn van een goed werkende manometer en van een goed werkende veiligheidsklep van zodanige afmetingen en inrichting, dat de overdruk niet hoger kan stijgen dan 0.5 kg/cm2, tenzij de inrichting van het toestel zodanig is, dat geen grotere overdruk dan 0.5 kg/cm2 kan worden verkregen.
10.
Het in het vierde lid bedoelde nummer, de in het vijfde lid bedoelde werkdruk en het in het zevende lid bedoelde gewicht moeten duidelijk en duurzaam zijn vermeld op een rechthoekige plaat van messing, waarvan de grootte tenminste 6 bij 9 cm bedraagt. Deze plaat moet aan het toestel op een duidelijk zichtbare plaats deugdelijk zijn bevestigd, zodanig, dat de in het vierde lid bedoelde dienst of instelling na gunstige afloop van de in het vierde lid bedoelde beproeving het merk van goedkeuring op zodanige wijze kan aanbrengen, dat verwijdering van de plaat zonder beschadiging van het merk van goedkeuring niet mogelijk is.
11.
Een acetyleentoestel, als bedoeld in het derde lid, moet voorzien zijn van een door de in het vierde lid bedoelde dienst of instelling aangebracht merk van goedkeuring, waarvan een afbeelding moet zijn aangegeven in het certificaat, bedoeld in het vierde lid, en welk merk van goedkeuring zodanig moet zijn aangebracht, dat verwijdering van de in het tiende lid bedoelde plaat zonder beschadiging van dit merk niet mogelijk is.
12.
Het in het vierde lid bedoelde certificaat moet de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Arbeidsveiligheidswet BES, op eerste aanvrage ter inzage worden verstrekt.