Einde inhoudsopgave
Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
Artikel 19 [Medewerking reclassering]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2010
- Bronpublicatie:
18-07-2009, Stb. 2009, 317 (uitgifte: 28-07-2009, kamerstukken: 31436)
- Inwerkingtreding
01-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2010, Stb. 2010, 152 (uitgifte: 22-04-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
1.
De officier van justitie kan naar regelen te stellen bij algemene maatregel van bestuur de medewerking inroepen van personen en lichamen, welke op het gebied van de reclassering of op dergelijk gebied werkzaam zijn, en aan deze de nodige opdrachten geven. De personen of lichamen, belast met de uitvoering van de opdrachten, stellen de identiteit van de verdachte vast op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, tenzij de opdrachten in een inrichting worden uitgevoerd.
2.
Heeft de veroordeelde de leeftijd van achttien jaren nog niet bereikt, dan wint de officier van justitie omtrent diens persoonlijkheid en levensomstandigheden inlichtingen in bij de raad voor de kinderbescherming. De laatste volzin van het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.