Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 12 Royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting
Geldend
Geldend vanaf 21-01-1989
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1989, 168).
- Bronpublicatie:
30-07-1988, Trb. 1988, 122 (uitgifte: 09-09-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-01-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-1989, Trb. 1989, 4 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting afkomstig uit een van de Staten en betaald aan een inwoner van de andere Staat mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Deze royalty's of vergoedingen mogen echter ook in de Staat waaruit zij afkomstig zijn, overeenkomstig de wetgeving van die Staat, worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot deze soorten inkomsten is, mag de aldus geheven belasting 20 percent van het brutobedrag van de royalty's of vergoedingen niet overschrijden:
3.
De bevoegde autoriteiten van de Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid.
4.
De uitdrukking ‘royalty's’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap — waaronder begrepen bioscoopfilms en werken op film of beeldband voor televisieuitzendingen, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.
5.
De uitdrukking ‘vergoedingen voor technische diensten’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent betalingen van welke aard ook aan een persoon voor diensten van bestuurlijke, technische of raadgevende aard, zulks met uitzondering van betalingen aan een werknemer van de persoon die de betalingen doet en betalingen aan een natuurlijke persoon voor zelfstandige arbeid als bedoeld in artikel 14.
6.
De uitdrukking ‘vergoedingen voor het gebruik van uitrusting’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent betalingen van welke aard ook die worden ontvangen voor het gebruik, of het recht van gebruik, van uitrusting op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.
7.
De bepalingen van het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waaruit de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoren. In dat geval zijn, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing.
8.
Royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting worden geacht uit een van de Staten afkomstig te zijn, indien zij worden betaald door die Staat zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting betaalt, ongeacht of hij inwoner van een van de Staten is of niet, in een van de Staten een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft waarvoor de verplichting op grond waarvan de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting worden betaald, was aangegaan, en deze royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting ten laste komen van die vaste inrichting of van dat vaste middelpunt, worden deze royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
9.
Indien, wegens van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting, gelet op de royalty's, technische diensten of het gebruik van uitrusting waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.