NJ 2018/384
Onrechtmatige daad Staat. Toelaatbaarheid ontvangst door AIVD en MIVD van door buitenlandse inlichtingendiensten verkregen geheime informatie? Biedt art. 59 WIV 2002 voldoende waarborgen in het licht van EVRM en IVBRP en van ‘Snowden-onthullingen’? Vertrouwensbeginsel in verhouding tot buitenlandse diensten; waarborgen in gewijzigde Amerikaanse wetgeving. Stelplicht.
HR 07-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1434
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/02782
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124587:1
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1434, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:496, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2017
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige daad Staat. Toelaatbaarheid ontvangst door AIVD en MIVD van door buitenlandse inlichtingendiensten verkregen geheime informatie? Biedt art. 59 WIV 2002 voldoende waarborgen in het licht van EVRM en IVBRP en van ‘Snowden-onthullingen’? Vertrouwensbeginsel in verhouding tot buitenlandse diensten; waarborgen in gewijzigde Amerikaanse wetgeving. Stelplicht.
Hetgeen eisers hebben betoogd over art. 59 WIV 2002 heeft het hof kennelijk en niet onbegrijpelijk aldus opgevat dat de strekking daarvan was dat deze bepaling geen of onvoldoende waarborg biedt tegen de ontvangst van (mogelijk) in strijd met het EVRM of anderszins onrechtmatig verkregen gegevens, en dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.