Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 48 Wijzen van betekening
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
02-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2094 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2094)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2094 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2094)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De griffier draagt zorg voor de in het Statuut en in dit Reglement vermelde betekeningen, hetzij langs elektronische weg, hetzij door toezending bij aangetekende postzending met bericht van ontvangst van een afschrift van de te betekenen akte, hetzij door terhandstelling van dit afschrift tegen ontvangstbewijs.
2.
Het Hof bepaalt bij besluit onder welke voorwaarden een processtuk langs elektronische weg kan worden betekend. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
3.
Wanneer de geadresseerde ermee heeft ingestemd dat te betekenen stukken hem onder de door het Hof vastgestelde voorwaarden langs elektronische weg worden toegezonden, geschiedt de betekening van elk processtuk, de arresten en beschikkingen van het Hof daaronder begrepen, langs deze weg. Bij gebreke van een zodanige instemming geschieden de betekeningen aan de door de geadresseerde gekozen woonplaats of, wanneer de geadresseerde geen domicilie heeft gekozen, aan diens adres, hetzij door toezending bij aangetekende brief met bericht van ontvangst van een afschrift van de te betekenen akte, hetzij door terhandstelling van dit afschrift tegen ontvangstbewijs. De afschriften van het te betekenen origineel worden door de griffier opgemaakt en voor eensluidend afschrift gewaarmerkt.
4.
Indien het om technische redenen of wegens de aard of omvang van het stuk niet mogelijk is een processtuk langs elektronische weg toe te zenden, wordt het stuk betekend aan de door de geadresseerde gekozen woonplaats of, wanneer de geadresseerde geen domicilie heeft gekozen, aan diens adres op de wijze als bedoeld in lid 3. De geadresseerde wordt daarvan in kennis gesteld met behulp van elk technisch of elektronisch communicatiemiddel waarover het Hof en de geadresseerde beschikken. Een aangetekende postzending wordt dan geacht de geadresseerde te hebben bereikt op de tiende dag na de neerlegging van die zending op het postkantoor van de plaats waar het Hof is gevestigd, tenzij uit het bericht van ontvangst blijkt dat zij op een andere datum is ontvangen of de geadresseerde de griffier binnen drie weken na bovengenoemde kennisgeving meedeelt dat het te betekenen stuk hem niet heeft bereikt.