RvdW 2018/315
Aanhoudingsverzoek: in casu geen belangenafweging nodig. Bewijs samenweefsel van verdichtsels.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/03422
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:251, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑08‑2017
- Wetingang
Essentie
1. Aanhoudingsverzoek: in casu geen belangenafweging nodig. 2. Bewijs samenweefsel van verdichtsels.
1. Nu het hof het verzoek om aanhouding van de behandeling van de zaak heeft afgewezen op de grond dat niet aannemelijk is dat de verdachte zich in de zittingsdatum had vergist, is de aan het verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk geworden, zodat een nadere belangenafweging niet nodig was.
2. De verdachte maakte met betrekking tot het onder 4 bewezenverklaarde gebruik van een valse naam, zei en mailde dat hij schilder- en isolatiewerk zou uitvoeren en zegde toe dat hij de werkzaamheden binnen twee ...