BR 2018/30
Bij de beoordeling of een omwonende als appellant belanghebbende is bij een verleende ontheffing, is bepalend of de handeling waarvoor de ontheffing is verleend ruimtelijke uitstraling heeft op de woon- en leefomgeving van appellant in plaats van de ruimtelijke uitstraling van het project waarvoor de ontheffing is verleend.
ABRvS 24-01-2018, ECLI:NL:RVS:2018:217, m.nt. E.M.N. Noordover en C.M. Walgemoed
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 januari 2018
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, J.E.M. Polak en E.A. Minderhoud
- Zaaknummer
201707489/1/A3
- Noot
E.M.N. Noordover en C.M. Walgemoed
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928552:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:217, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Bij de beoordeling of een omwonende als appellant belanghebbende is bij een verleende ontheffing, is bepalend of de handeling waarvoor de ontheffing is verleend ruimtelijke uitstraling heeft op de woon- en leefomgeving van appellant in plaats van de ruimtelijke uitstraling van het project waarvoor de ontheffing is verleend.
Samenvatting
Uit de uitspraak van ECLI:NL:RVS:2018:168, blijkt dat de belangen van omwonenden die op een afstand van 500 tot 1640 meter tot de voor hen dichtstbijzijnde voorziene windturbine wonen niet rechtstreeks bij het besluit van 17 maart 2016, waarbij voor Windpark Den Tol ontheffing van art. 9 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.