RFR 2021/118
Jeugdrecht. Privacyrecht. Is vader betrokkene in de zin van art. 7.3.9 Jeugdwet en kan hij vernietiging van zijn (persoons)gegevens verzoeken?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
19/05516
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS324430:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Privacy (V)
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Sociale zekerheid kinderen en jongeren (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1169, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2019
- Wetingang
Art. 7.3.9 Jeugdwet
Essentie
Jeugdrecht. Privacyrecht.
Is vader betrokkene in de zin van art. 7.3.9 Jeugdwet en kan hij vernietiging van zijn (persoons)gegevens verzoeken?
Samenvatting
Ouders hebben een dochter, geboren in 2012. Kort na de geboorte zijn de ouders gescheiden. In 2013 is de dochter onder toezicht gesteld. In het kader van deze ondertoezichtstelling is in 2013 een indicatiebesluit afgegeven voor de verlening van jeugdhulp. De ondertoezichtstelling is in 2014 beëindigd. De vader heeft over het handelen van de hulpverlener een klacht ingediend bij de NVPA klachtencommissie. De klachtencommissie heeft de hulpverlener een waarschuwing opgelegd. De vader heeft vervolgens de ...