Hof 's-Gravenhage, 19-12-2012, nr. 200.092.117/01, nr. 200.092.119/01, nr. 200.097.890/01
ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ3732
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
19-12-2012
- Zaaknummer
200.092.117/01
200.092.119/01
200.097.890/01
- LJN
BZ3732
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ3732, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 19‑12‑2012; (Hoger beroep)
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ3666
Cassatie: ECLI:NL:HR:2013:BZ3666, Bekrachtiging/bevestiging
- Vindplaatsen
Uitspraak 19‑12‑2012
Inhoudsindicatie
Uitvoerige instructies en beslissing benoeming deskundige (taxatie woning).
Partij(en)
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Uitspraak : 19 december 2012
Zaaknummer : 200.092.117/01, 200.092.119/01 en 200.097.890/01
Rekestnr. rechtbank : FA RK 10-4346 en FA RK 10-9141
[verzoeker]
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. G. Bloem te 's-Gravenhage,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. A.J.M.H. de Werd te 's-Gravenhage.
VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Het hof verwijst voor het verloop van het geding naar zijn deelbeschikking van 22 februari 2012 en zijn tussenbeschikking van 17 oktober 2012, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd.
Bij die laatste beschikking is – voor zover thans van belang – de behandeling met betrekking tot het verzoek tot vermogensrechtelijke afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden aangehouden tot 17 november 2012 pro forma.
Voorts is daarbij bepaald dat de man en de vrouw, zoals in rechtsoverweging 8 van deze laatste beschikking is overwogen, uiterlijk 17 november 2012, aan het hof een eensluidend voorstel doen betreffende de persoon die zij als deskundige (taxateur) willen laten benoemen door het hof om de waarde van de woning aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] in verhuurde staat voor het deel dat niet bewoond wordt door de man, en in onverhuurde staat voor het deel dat bewoond wordt door de man per 31 mei 2010 te taxeren.
Vervolgens is iedere verdere beslissing ten aanzien van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en de proceskosten aangehouden.
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
- -
van de zijde van de vrouw: op 14 november 2012 een faxbericht van diezelfde datum;
- -
van de zijde van de man: op 15 november 2012 een faxbericht van diezelfde datum.
VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
- 1.
Uit voornoemde faxberichten van partijen blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de door het hof te benoemen deskundige, te weten de heer R. van Heijnsbergen, makelaar bij Van Heijnsbergen & Partners Makelaars, Statenlaan 4, (2582 GL) Den Haag, telefoon 070-3066000.
- 2.
Nu partijen overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen deskundige (taxateur) zal het hof dienovereenkomstig beslissen.
- 3.
De te benoemen deskundige dient de woning, gelegen aan de [straatnaam] te [plaatsnaam], te taxeren.
Tussen partijen staat vast dat de man zelf een appartement bewoont in genoemde woning. Partijen verschillen echter van mening of in het met betrekking tot deze woning uitgebrachte taxatierapport van 11 april 2012 van makelaar P.B. Röttgering hiermee genoegzaam en voldoende controleerbaar bij de waardering rekening is gehouden.
- 4.
De waardebepaling van genoemde woning dient te geschieden per 31 mei 2010, met dien verstande dat daarbij voor het deel van de woning dat wordt bewoond door de man, de onverhuurde staat dient te gelden en dat voor het overige delen van de woning de verhuurde staat.
- 5.
De man zal hiertoe de deskundige inzage dienen te verschaffen in de huurcontracten per 31 mei 2010 en alle overige noodzakelijke gegevens te verstrekken. Zowel de man als de vrouw dienen in de gelegenheid te worden gesteld om de taxatie bij te wonen.
- 6.
De deskundige dient in zijn taxatierapport gemotiveerd in te gaan op de door partijen geopperde bezwaren ten aanzien van het voornoemde taxatierapport van makelaar P.B. Röttgering.
- 7.
De deskundige zal op grond van artikel 198, tweede lid Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) zijn opdracht uitvoeren onder leiding van een raadsheer-commissaris. De deskundige kan zich, indien daartoe aanleiding is, met de raadsheer-commissaris verstaan omtrent het verloop en voortgang van het onderzoek.
- 8.
De advocaat van de vrouw dient de deskundige binnen 14 dagen nadat deze beschikking is gegeven te voorzien van afschriften van de processtukken.
- 9.
De deskundige dient zijn werkzaamheden te verrichten conform de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels.
- 10.
Indien een partij een klacht tegen de deskundige wenst in te dienen, dient deze het hof daarvan in kennis te stellen, zodat het hof in staat is - na partijen en de deskundige te hebben gehoord - te beoordelen of die partij conform artikel 198 lid 3 Rv aan het onderzoek zijn of haar medewerking heeft verleend.
- 11.
Het staat de deskundige vrij om tijdens zijn onderzoek te onderzoeken of een onderlinge regeling tot de mogelijkheden behoort.
- 12.
De opdracht dient door de deskundige zelf te worden uitgevoerd. Het staat de deskundige vrij om bij de uitvoering van zijn werkzaamheden zich te laten bijstaan door derden, indien de deskundige dit in de uitvoering van zijn werkzaamheden noodzakelijk acht. Alvorens hij derden bij zijn werkzaamheden inzet, zal hij de raadsheer-commissaris inlichten.
- 13.
Het uurtarief van de deskundige bedraagt € 100,- exclusief omzetbelasting. De deskundige dient zijn declaratie op te stellen aan de hand van de door hem gehanteerde uren en verrichtingenstaat. Het hof zal, alvorens over te gaan tot uitbetaling van de declaratie aan de deskundige, partijen in de gelegenheid stellen te reageren op deze declaratie. Partijen dienen binnen tien dagen te laten weten of zij instemmen met de declaratie. Na die periode stelt het hof de declaratie vast en zal overgaan tot uitbetaling.
- 14.
Het hof is van oordeel dat, gelet op de aard van de procedure, de kosten van de deskundige voor rekening van beide partijen zullen komen, ieder bij helfte. De deskundige dient zijn werkzaamheden pas aan te vangen alvorens dit voorschot is voldaan.
- 15.
Het deskundigenbericht dient binnen drie maanden na de datum van deze beschikking met redenen omkleed toegestuurd te worden aan de griffier van het hof.
- 16.
Indien de advocaten en/of de deskundige vragen hebben over de procedure kunnen zij zich wenden tot mevrouw R.S. Hogendoorn (telefoonnummer 070 – 381 1312).
- 17.
Het hof zal tot raadsheer-commissaris benoemen mr. A.H.N. Stollenwerck en bij diens afwezigheid mr. C. van Nievelt.
- 18.
Het hof zal dan ook de beslissing omtrent de waarde van de woning aanhouden en beslissen zoals hiervoor is overwogen.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
alvorens nader te beslissen;
houdt de behandeling met betrekking tot het verzoek tot vermogensrechtelijke afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden aan tot 30 maart 2013 pro forma;
benoemt de heer R. van Heijnsbergen, makelaar bij Van Heijnsbergen & Partners Makelaars, Statenlaan 4, (2582 GL) Den Haag, telefoon 070 -3066000, tot deskundige;
gelast de deskundige de waarde te bepalen van de woning aan de [straatnaam] te [plaatsnaam], een en ander met inachtneming van het hierboven onder rechtsoverweging 3 tot en met 6 overwogene;
benoemt tot raadsheer-commissaris mr. A.H.N. Stollenwerck en bij diens afwezigheid mr. C. van Nievelt;
bepaalt dat de deskundige bij het verrichten van zijn werkzaamheden naast de normen van zijn beroepsgroep tevens de leidraad deskundigen in civiele zaken in acht dient te nemen;
bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden niet behoeft aan te vangen voordat:
- -
de vrouw als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek een bedrag van € 630,- (inclusief omzetbelasting) heeft gestort op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van Ministerie van Veiligheid en Justitie Arrondissement Den Haag 537, zulks onder vermelding: “voorschot deskundige Gerechtshof ’s-Gravenhage” alsmede de namen van partijen en de zaaknummers 200.092.117/01, 200.092.119/01 en 200.097.890/01; en
- -
de man als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek een bedrag van € 630,- (inclusief omzetbelasting) heeft gestort op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van Ministerie van Veiligheid en Justitie Arrondissement Den Haag 537, zulks onder vermelding: “voorschot deskundige Gerechtshof ’s-Gravenhage” alsmede de namen van partijen en de zaaknummers 200.092.117/01, 200.092.119/01 en 200.097.890/01;
bepaalt dat deze voorschotten beide uiterlijk op 9 januari 2013 moeten zijn voldaan. De griffier zal aan de deskundige mededeling doen van de ontvangst van het voorschot;
bepaalt dat de deskundige binnen drie maanden na 9 januari 2013 schriftelijk zijn bericht ter griffie van het hof, afdeling civiel recht, team familie (postbus 20302, 2500 EH Den Haag) zal deponeren. Uit dat bericht moet blijken:
- a.
dat de deskundige partijen in de gelegenheid heeft gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen waarvan de inhoud in het bericht vermeld dient te worden;
- b.
dat de deskundige, alvorens een definitief rapport op te maken, partijen een conceptrapport hebben doen toekomen en partijen daarbij in de gelegenheid heeft gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, waarvan de inhoud in het definitieve bericht vermeld dient te worden;
bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit bericht een declaratie van loon en kosten ter griffie zal indienen onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer;
wijst partijen erop dat, indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doen toekomen, zij daarvan terstond tevens een afschrift aan de wederpartij dienen te verstrekken;
bepaalt dat de advocaat van de vrouw binnen twee weken na de datum van deze beschikking een afschrift van de processtukken ter beschikking van de deskundige zal stellen;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van deze beschikking aan de deskundige zal zenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Stille, van Nievelt en Stollenwerck, bijgestaan door mr. Vergeer-van Zeggeren als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2012.