Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling AMIF en ISF 2014-2020
Artikel 13 Niet subsidiabele kosten
Geldend
Geldend vanaf 12-05-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
09-05-2016, Stcrt. 2016, 24931 (uitgifte: 11-05-2016, regelingnummer: 751564)
- Inwerkingtreding
12-05-2016, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-05-2016, Stcrt. 2016, 24931 (uitgifte: 11-05-2016, regelingnummer: 751564)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Niet voor subsidiëring komen in aanmerking:
- a.
onredelijk of niet noodzakelijk gemaakte kosten voor uitvoering van het project of een onderdeel daarvan;
- b.
kosten van het project die qua prijsniveau niet in een redelijke verhouding staan tot de overeengekomen prestaties of hetgeen gebruikelijk is;
- c.
de aankoop van niet-bebouwde grond;
- d.
de aankoop van bebouwde grond, wanneer de grond noodzakelijk is voor de uitvoering van het project, wanneer dat bedrag meer dan 10% van de totale subsidiabele uitgaven van het betrokken project uitmaakt;
- e.
belasting over de toegevoegde waarde, behalve indien deze krachtens het nationale recht inzake belasting over de toegevoegde waarde niet terug vorderbaar is;
- f.
binnenlandse reiskosten en verblijfskosten met uitzondering van binnenlandse verblijfskosten van uit het buitenland afkomstige deelnemers van voor het project noodzakelijke bijeenkomsten die in Nederland plaatsvinden;
- g.
fooien en geschenken;
- h.
representatiekosten en representatievergoedingen;
- i.
kosten van ontspanningsactiviteiten ten behoeve van personeelsleden van het project;
- j.
kapitaalopbrengsten, schulden en kosten van schulden, rente op schulden, commissies voor het wisselen van geld en wisselkoersverliezen, voorzieningen voor eventuele toekomstige verliezen of schulden, verschuldigde rente, dubieuze vorderingen, boetes, financiële sancties, gerechtskosten en buitensporige of roekeloze uitgaven;
- k.
verbruiksgoederen, benodigdheden en algemene diensten inclusief kosten voor telefoon en internet ten behoeve van de uitvoering van het project;
- l.
kosten gemaakt buiten de projectperiode, die benoemd is in de beschikking tot subsidieverlening, met uitzondering van de kosten voor de directe loonkosten projectcoördinatie en -administratie en de externe kosten projectcoördinatie en -administratie ten behoeve van het opstellen van de einddeclaratie tot aan het moment van indienen van het verzoek tot vaststelling;
- m.
bijdragen in natura ten behoeve van de cofinanciering van het project, met uitzondering van de kosten, bedoeld in artikel 12, derde lid;
- n.
kosten die reeds uit anderen hoofde worden gefinancierd ten laste van Europese subsidieprogramma’s;
- o.
dezelfde kosten die reeds uit hoofde van nationale subsidieprogramma’s worden gefinancierd zodanig dat de totale financiering van de subsidiabele kosten meer dan 100% bedraagt.