Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling AMIF en ISF 2014-2020
Bijlage Hi
Geldend
Geldend vanaf 17-09-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-06-2019
- Bronpublicatie:
04-09-2019, Stcrt. 2019, 50232 (uitgifte: 16-09-2019, regelingnummer: 2651446)
- Inwerkingtreding
17-09-2019, terugwerkend tot: 01-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-09-2019, Stcrt. 2019, 50232 (uitgifte: 16-09-2019, regelingnummer: 2651446)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
behorende bij artikel 4, onderdeel o
Specifieke bepalingen voor subsidieaanvragen, met betrekking tot artikel 4, onderdeel o: de inzet van additionele AMIF-middelen gericht op Legale migratie
Artikel Hi1. Subsidieaanvrager
De subsidie wordt aangevraagd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Artikel Hi2. Aanvraagtijdvak
Subsidieaanvragen met betrekking tot een project in het kader van deze bijlage worden door de minister ontvangen tot en met 31 december 2020, 17.00 uur.
Artikel Hi3. Subsidieplafond
Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie bedraagt voor het aanvraagtijdvak genoemd in artikel Hi2 € 1.200.000.
Artikel Hi4. Doel en doelgroepen
Voor projecten gericht op de activiteiten, bedoeld in artikel Hi5, eerste lid, onder a en b, dient de doelgroep primair te bestaan uit:
- a.
asielzoekers die nog geen definitieve beslissing hebben gekregen op hun asielaanvraag, en
- b.
vreemdelingen met een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onderdeel a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
Artikel Hi5. Subsidiabele activiteiten
Voor subsidie komen uitsluitend de activiteiten gericht op Legale migratie, het project Brexit, in aanmerking.
Artikel Hi6. Specifieke eisen aan het project
- 1.
Een project duurt tot maximaal 31 december 2021.
- 2.
In afwijking van artikel 12, tweede lid, worden ter dekking van de indirecte kosten:
- a.
de directe loonkosten, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder a, verhoogd met een opslag van 15%, of
- b.
een forfaitair bedrag, uitgedrukt als percentage van het totaalbedrag van de subsidiabele kosten, met een maximum van 7%, opgevoerd.