JAR 2016/78
Geen strafrechtelijk bewijs vereist bij een ontslag op staande voet wegens diefstal.
HR 19-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:290
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
14/05316
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:290, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2283, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2014
- Wetingang
Art. 7:677, 7:678 BW
Essentie
De werknemer is vanaf 1 september 2003 bij de werkgever, een bedrijf dat zich bezighoudt met de verkoop, aankoop en reparatie van auto’s, in dienst geweest. Tot 1 januari 2007 werkte hij als autoverkoper en daarna als vestigingsmanager. De werknemer mocht voor zijn eigen auto benzine tanken met de zakelijke tankpas van zijn werkgever. In januari 2009 heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen nadat was gebleken dat de werknemer met de hem verstrekte tankpas twee keer benzine had getankt voor de auto van zijn echtgenote. In de ontslagbrief is als ontslaggrond genoemd: “de diefstal van bedrijfseigendommen”. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.