Daderschap rechtspersonen.

Documentgegevens:

HR 22-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BN7719

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 22 februari 2011
Zaaknummer: 08/04708 E
LJN: BN7719
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2011:BN7719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BN7719, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑09‑2009
Wetingang: Sr art. 51; Wm art. 10.1, 10.2

Essentie

Samenvatting

Hoge Raad herhaalt en nuanceert standaardoverwegingen uit HR 21 oktober 2003, LJN AF7938 (daderschap rechtspersoon). Een rechtspersoon — in de zin van art. 51 Sr — kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan hem kan worden toegerekend. Het antwoord op die vraag is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een algemene regel laat zich dus bezwaarlijk formuleren. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is nochtans of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.