RFR 2023/96
Procesrecht, bewijslastverdeling. Is er sprake van een lening of een gedane investering?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:639
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/00053
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS708188:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:639, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:998, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2022
- Wetingang
Art. 150 Rv; art. 6:162 BW
Essentie
Procesrecht. Bewijslastverdeling. Tijdens het huwelijk heeft de vrouw een bedrag overgemaakt naar de man.
Moet dit bedrag worden aangemerkt als een investering of een lening? Daarnaast heeft de vrouw beslag gelegd. Welke maatstaf geldt voor schadeplichtigheid bij een onterecht gelegd beslag?
Samenvatting
Partijen zijn in 1990 gehuwd op huwelijkse voorwaarden. In 2012 hebben zij voor een bedrag van ruim € 1,2 miljoen een woning gekocht. De man werd voor 60% eigenaar en de vrouw voor 40%. Voorafgaand aan de levering van de woning heeft de vrouw € 435.000 aan de man overgemaakt onder de vermelding ‘lening’. In 2019 is de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.