Gst. 2015/40
Tweewegenleer. Opzegging recht van opstal. Geen onaanvaardbare doorkruising art. 4 Onteigeningswet. (Haarlemmermeer)
HR 31-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3071, m.nt. M.H.W.C.M. Theunisse
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/00529
- Noot
M.H.W.C.M. Theunisse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920726:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3071, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:526, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2013
- Wetingang
(Art. 4 Onteigeningswet, art. 5:87 lid 3 BW, art. 5:104 lid 2 BW)
Essentie
Tweewegenleer. Opzegging recht van opstal. Geen onaanvaardbare doorkruising art. 4 Onteigeningswet. (Haarlemmermeer)
Samenvatting
In het voor de erfpacht geschreven art. 5:87 lid 3 BW, dat op grond van art. 5:104 lid 2 BW ook geldt voor het recht van opstal, voorziet de wet uitdrukkelijk in de mogelijkheid van opzegging door de grondeigenaar; de bevoegdheid daartoe kan worden opgenomen in de akte van vestiging. Bij de parlementaire behandeling van deze bepalingen is onder ogen gezien dat de grondeigendom bij erfpacht- en opstalrechten vaak in handen is van de overheid, dat bij de vestiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.