Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1404
Ontoereikend bewijs dat aangetroffen geldbedrag van enig misdrijf afkomstig was.
HR 08-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2104
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.F. Groos
- Zaaknummer
11/00002
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BR2104
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR2104, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR2104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2011
- Wetingang
Sr art. 420bis
Essentie
De conclusie dat, nu in de woning van verdachte € 2.820 was gevonden in een washand onder een broek en verdachte sinds jaren een uitkering ontvangt van € 700 tot € 750 per maand, het niet anders kan zijn dan dat het aangetroffen geld van enig misdrijf afkomstig is en dat verdachte hiervan wetenschap heeft gehad, is niet zonder meer begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 12 maart 2010, nummer 21/002505-09, in de strafzaak tegen: R.G. V. Adv. mr. M.L. Plas, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.