V-N Vandaag 2020/1639
Verdedigingsbeginsel niet geschonden bij reactietermijn van drie dagen wanneer verjaring dreigt
HR 19-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1044
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 2020
- Zaaknummer
18/01694
18/01696
18/03982
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:872, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:873, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Essentie
De Hoge Raad is het met het hof eens dat het verdedigingsbeginsel niet is geschonden. Ondanks de dreigende verjaring van de BTW-schuld heeft de inspecteur X namelijk nog wel in de gelegenheid gesteld om, voorafgaand aan het opleggen van de naheffingsaanslag, te worden gehoord.
Samenvatting
X houdt zich in de vorm van een eenmanszaak bezig met de verkoop van dvd’s, voornamelijk via Marktplaats. Eind 2010 staakt X het bedrijf. De inspecteur legt een BTW-naheffingsaanslag met verzuimboete op omdat X geen BTW heeft voldaan over de op het moment van staking aanwezige restvoorraad dvd’s (618 stuks). De inspecteur geeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.