AB 2016/321
Nationale regeling valt binnen werkingssfeer van Unierecht. Handvest van toepassing. Geen schending van beginsel van equality of arms, als onderdeel van art. 47 Handvest, omdat privaatrechtelijke (rechts)personen niet in duidelijk nadelige positie ten opzichte van publiekrechtelijke rechtspersonen worden geplaatst.
HvJ EU 30-06-2016, ECLI:EU:C:2016:499, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven (Toma en Biroul Executorului Judecătoresc Horațiu-Vasile Cruduleci)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
30 juni 2016
- Magistraten
M. Ilešič, C. Toader, A. Rosas, A. Prechal, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-205/15
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- Roepnaam
Toma en Biroul Executorului Judecătoresc Horațiu-Vasile Cruduleci
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924360:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:499, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 30‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
Geen schending van beginsel van equality of arms, omdat privaatrechtelijke (rechts)personen niet in duidelijk nadelige positie ten opzichte van publiekrechtelijke rechtspersonen worden geplaatst.
Samenvatting
Voor zover het hoofdgeding de terugbetaling van een in strijd met art. 110 VWEU geïnde heffing betreft en de lidstaten op grond van het beginsel van loyale samenwerking verplicht zijn om een dergelijke heffing en de bijbehorende rente terug te betalen en tegelijkertijd de doeltreffende bescherming van het recht van de justitiabele op terugbetaling moeten verzekeren, moet de in het hoofdgeding aan de orde zijnde rechtssituatie worden geacht een tenuitvoerlegging van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.