Einde inhoudsopgave
Wet normering topinkomens
Artikel 7.3a [Verlaging bezoldiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 151 (uitgifte: 11-04-2017, kamerstukken: 34654)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2017, Stb. 2017, 239 (uitgifte: 15-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien op grond van artikel 7.3, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT een hogere bezoldiging was toegestaan dan de maximale bezoldiging van artikel 2.3 dan wel het op grond van een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, artikel 2.7, tweede lid of artikel 2.8, geldend bedrag, en dat bedrag gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT of overeenkomstig artikel 7.4, tweede lid, wordt verlaagd, wordt in artikel 7.3, achtste lid, voor ‘het voor de rechtspersoon of instelling geldende maximum’ of ‘het geldende maximum’ telkens gelezen: het op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT voor de rechtspersoon of instelling geldende maximum.
2.
In het geval, bedoeld in het eerste lid, wordt na het verstrijken van de periode van drie jaar, bedoeld in artikel 7.3, achtste lid, de bezoldiging in een periode van twee jaar teruggebracht naar het voor de rechtspersoon of instelling geldende maximum. Met ingang van het eerste jaar wordt de bezoldiging verlaagd naar het op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT voor de rechtspersoon of instelling geldende maximum. In het tweede jaar bedraagt de verlaging de helft van het verschil tussen het op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT geldende maximum en het geldende maximum.
3.
Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van de in artikel 2.2 bedoelde leden, onderscheidenlijk voorzitters van de hoogste toezichthoudende organen.