RFR 2023/23
Welk recht is toepasselijk op de toestemming van de echtgenote voor het aangaan van een rechtshandeling van een bestuurder?
Hof Den Haag 14-12-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2876
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
14 december 2021
- Magistraten
Mrs. D. Aarts, M.P.J. Ruijpers, R.M. Hermans
- Zaaknummer
200.272.555/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS684651:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2021:2876, Uitspraak, Hof Den Haag, 14‑12‑2021
- Wetingang
Art. 3 WCHb; art. 10:40 BW (oud); art. 1:88 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Huwelijksvermogensrecht. IPR.
Toepasselijk recht voor toestemming echtgenote voor het aangaan van een rechtshandeling door een bestuurder.
Samenvatting
De man (appellant) is bestuurder van de vennootschap Projectsoft. In die hoedanigheid is hij in een vaststellingsovereenkomst een betalingsverplichting aangegaan ten behoeve van Baron B.V. Tijdens de onderhandelingen heeft de echtgenote van de man niet ingestemd met de vaststellingsovereenkomst. De overeenkomst is daarop aangepast. Om art. 1:88 BW te omzeilen zijn Projectsoft en de man samen, ieder voor de helft, aansprakelijk geworden. Projectsoft heeft aan de betalingsverplichtingen voldaan, maar de man niet. Hij erkent dat de betalingsverplichting te kwalificeren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.