JWB 2007/436
Niet-ontvankelijkheid, vrijwaring, obiter dictum
HR 14-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB7189
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2007
- Zaaknummer
C06/182HR
- LJN
BB7189
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB7189, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB7189, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑06‑2006
- Wetingang
Art. 401a lid 2 Rv; art. 353 lid 1 Rv
Essentie
Niet-ontvankelijkheid, vrijwaring, obiter dictum
Samenvatting
Casus
De verweerster in cassatie heeft de eiseres tot cassatie in een kort geding voor de rechter gedagvaard en gevorderd de eiseres tot cassatie te veroordelen de door haar in opdracht van de verweerster in cassatie aangebrachte terreinverharding te vervangen door een andere deugdelijke terreinverharding die beantwoordt aan de eisen van de overeenkomst tussen partijen. De eiseres tot cassatie heeft de vordering bestreden.
Rechtsvraag
In cassatie komt de vraag naar de ontvankelijkheid van het cassatieberoep aan de orde.
Beslissing
De voorzieningenrechter heeft bij een vonnis de vordering grotendeels toegewezen. Bij incidentele memorie heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.