V-N 2018/23.23
Aansprakelijkgestelde bestuurder van naar Israël verplaatste vennootschap heeft disculpatiemogelijkheid
HR 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:506, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 april 2018
- Magistraten
Koopman, Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
16/03039
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928808:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:506, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:193, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
- Wetingang
art. 33 lid 4 en art. 41 IW 1990
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X in beginsel alleen voor zijn eigen daden en nalatigheden aansprakelijk is te houden. X kan het van hem verlangde bewijs ook leveren door te bewijzen dat de verhaalsmogelijkheden zijn afgenomen door feiten die zijn gelegen buiten de sfeer van zijn optreden.
Samenvatting
Belanghebbende, X, woont in Israël en wordt per 14 januari 2000 bestuurder van A bv. De aandelen van A bv zijn in handen van het Israëlische B Ltd. A bv investeert met name in de hotelbranche in Europa. In 1999 en 2000 verkoopt A bv het grootste deel van haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.