Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.13 Onderwijs- en examenregeling
Geldend
Geldend van 01-09-2021 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
07-04-2021, Stb. 2021, 263 (uitgifte: 07-06-2021, kamerstukken: 35582)
- Inwerkingtreding
01-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2021, Stb. 2021, 325 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het instellingsbestuur stelt voor elke door de instelling aangeboden opleiding of groep van opleidingen een onderwijs- en examenregeling vast. De onderwijs- en examenregeling bevat adequate en heldere informatie over de opleiding of groep van opleidingen.
2.
In de onderwijs- en examenregeling worden, onverminderd het overigens in deze wet terzake bepaalde, per opleiding of groep van opleidingen de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en de examens. Daaronder worden ten minste begrepen:
- a.
de inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens,
- a1.
de wijze waarop het onderwijs in de desbetreffende opleiding wordt geëvalueerd,
- b.
de inhoud van de afstudeerrichtingen binnen een opleiding,
- c.
de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven,
- d.
waar nodig, de inrichting van praktische oefeningen,
- e.
de studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden,
- f.
de nadere regels, bedoeld in de artikelen 7.8b, zesde lid, en 7.9, vijfde lid,
- g.
ten aanzien van welke opleidingen toepassing is gegeven aan artikel 7.5d,
- h.
het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden,
- i.
de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting van de opleiding,
- j.
waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens, alsmede de wijze waarop inschrijving hiervoor plaatsvindt en de reguliere inschrijfperiode die van toepassing is,
- k.
de nadere regels bedoeld in artikel 7.10, vierde lid,
- l.
of de tentamens mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen,
- m.
de wijze waarop studenten met een handicap of chronische ziekte redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen,
- n.
de openbaarheid van mondeling af te nemen tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen,
- o.
de termijn waarbinnen de uitslag van een tentamen bekend wordt gemaakt alsmede of en op welke wijze van deze termijn kan worden afgeweken,
- p.
de wijze waarop en de termijn gedurende welke degene die een schriftelijk tentamen heeft afgelegd, inzage verkrijgt in zijn beoordeelde werk,
- q.
de wijze waarop en de termijn gedurende welke kennis genomen kan worden van vragen en opdrachten, gesteld of gegeven in het kader van een schriftelijk afgenomen tentamen, en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden,
- r.
de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen van het afleggen van een of meer tentamens,
- s.
waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor de toelating tot het afleggen van andere tentamens,
- t.
waar nodig, de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen met het oog op de toelating tot het afleggen van het desbetreffende tentamen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie vrijstelling van die verplichting te verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen,
- u.
de bewaking van studievoortgang en de individuele studiebegeleiding,
- v.
waar nodig: de wijze waarop de selectie van studenten voor een traject als bedoeld in artikel 7.9b of voor een opleiding of afstudeerrichting als bedoeld in artikel 7.3h plaatsvindt,
- w.
vervallen,
- x.
de feitelijke vormgeving van het onderwijs, waaronder in ieder geval begrepen het aanbod aan premasters, en
- y.
indien van toepassing: de regeling, bedoeld in artikel 7.9a, derde lid, tweede volzin.
3.
In de onderwijs- en examenregeling van de associate degree-opleiding wordt beschreven welke mogelijkheden er zijn voor een aan de instelling afgestudeerde met een graad Associate degree om door te stromen naar een bacheloropleiding.