NJB 2016/2018
Mededingingsrecht. Eerstejaars plantuienkartel. Onderling afgestemde feitelijke gedraging met mededingingsbeperkende strekking. Boete terecht gebaseerd op de omvang van de binnen de EU behaalde omzet. Geen noodzaak tot het stellen van prejudiciële vragen: de vraag of de hoogte van de op te leggen boete mag worden gerelateerd aan de Europese omzet dient te worden beantwoord aan de hand van het toepasselijke (Nederlandse) recht op dit gebied
CBb 06-10-2016, ECLI:NL:CBB:2016:272
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
6 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. Aerts, Eggeraat. Wiggers-Rust
- Zaaknummer
15/157, 15/158, 15/160, 15/161
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2016:272, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 06‑10‑2016
- Wetingang
Essentie
Mededingingsrecht. Eerstejaars plantuienkartel. Onderling afgestemde feitelijke gedraging met mededingingsbeperkende strekking. Boete terecht gebaseerd op de omvang van de binnen de EU behaalde omzet. Geen noodzaak tot het stellen van prejudiciële vragen: de vraag of de hoogte van de op te leggen boete mag worden gerelateerd aan de Europese omzet dient te worden beantwoord aan de hand van het toepasselijke (Nederlandse) recht op dit gebied
Uitspraak
Appellanten maakten voor 2009 een afspraak die was bedoeld om het aanbod van eerstejaars plantuien te beperken en zo een hogere prijs voor plantuien te realiseren, waarvoor de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.