Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 16.12 Titel doctor
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2002
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Oorspronkelijk artikel vervallen. Deze wijziging treedt in werking met ingang van de tweede dag na het tijdstip waarop de Reparatiewet OCW 2005 (17-11-2005, Stb. 697) in werking is getreden.
- Bronpublicatie:
12-05-2005, Stb. 2005, 276 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 27848)
- Inwerkingtreding
01-01-2006, terugwerkend tot: 01-09-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2005, Stb. 2005, 696 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Degenen die op grond van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs of de Wet op de Open Universiteit gerechtigd zijn de titel doctor te voeren, worden geacht dat recht te hebben verkregen op grond van artikel 7.22, eerste lid, zoals die bepaling op 31 augustus 2002 luidde.
2.
Het doctoraat in de godgeleerdheid of in de wijsbegeerte, verkregen aan een Nederlandse kerkelijke instelling van wetenschappelijk onderwijs, welke reeds op 1 januari 1960 dit doctoraat verleende, geeft het recht tot het voeren van de titel doctor. Artikel 7.22, derde lid, zoals die bepaling op 31 augustus 2002 luidde, is van toepassing.