NJ 2019/401
Art. 15i lid 6 Sr bevat geen verplichting voor het hof de reclassering op te roepen voor de behandeling van een vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
HR 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1477
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/04514
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS91777:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1477, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2018
- Wetingang
Art. 361a Sv; art. 15b lid 1 en 2, 15i lid 2 en 6 Sr
Essentie
Art. 15i lid 6 Sr bevat geen verplichting voor het hof de reclassering op te roepen voor de behandeling van een vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
Samenvatting
De opvatting dat art. 15i lid 6 Sr een verplichting voor het hof bevat om, wanneer dat door het Openbaar Ministerie is verzuimd, een reclasseringswerker te doen oproepen tot bijwoning van de zitting waarop de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt behandeld, is onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 14 september 2017, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.