RFR 2023/19
Hebben partijen met hun finaal verrekenbeding slechts de regels over de omvang van wettelijke gemeenschap op het oog gehad?
HR 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1389
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/00518
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS684648:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Finaal verrekenbeding.
Samenvatting
Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest op basis van huwelijksvoorwaarden. In deze huwelijksvoorwaarden is een finaal verrekenbeding opgenomen, waarin is bepaald dat er bij einde huwelijk zal worden afgerekend alsof er tussen de echtgenoten een algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan. Erfenissen of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.