Einde inhoudsopgave
Wet uitvoering EG-mededingingsverordeningen
Artikel 2 [Verrichten EG-verificaties]
Geldend
Geldend vanaf 26-03-1997
- Bronpublicatie:
27-02-1997, Stb. 1997, 129 (uitgifte: 25-03-1997, kamerstukken: 24617)
- Inwerkingtreding
26-03-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-1997, Stb. 1997, 129 (uitgifte: 25-03-1997, kamerstukken: 24617)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
Indien de Commissie op grond van een van de EG-mededingingsverordeningen verzoekt daarbij omschreven verificaties te verrichten, geven Onze Ministers daartoe opdracht aan voor ieder afzonderlijk geval schriftelijk aangewezen ambtenaren.
2.
Deze ambtenaren beschikken voor het verrichten van de in het eerste lid bedoelde verificaties ten aanzien van ondernemingen en ondernemersverenigingen over dezelfde bevoegdheden als waarover de functionarissen van de Commissie ingevolge de EG-mededingingsverordeningen voor dat doel beschikken. Deze bevoegdheden hebben betrekking op:
- a.
de inzage van zakelijke gegevens en bescheiden;
- b.
het maken of verlangen van afschriften of uittreksels van deze zakelijke gegevens en bescheiden;
- c.
het ter plaatse vragen van mondelinge inlichtingen;
- d.
het betreden van alle plaatsen.
3.
De bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid, onder d, strekt zich niet uit tot het betreden van woningen zonder toestemming van de bewoner.
4.
In geval van het verrichten van een verificatie die de Commissie krachtens een van de EG-mededingingsverordeningen bij beschikking heeft gelast, zijn de in het eerste lid bedoelde ambtenaren voorts bevoegd om bedrijfsruimten en voorwerpen te verzegelen gedurende de tijd gelegen tussen 18.00 uur en 8.00 uur.
5.
Deze ambtenaren maken van hun bevoegdheden, bedoeld in het tweede en vierde lid, slechts gebruik, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.