Einde inhoudsopgave
Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25998 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22003229)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25998 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22003229)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
De meetinrichting van de productie-installatie voldoet aan dezelfde nauwkeurigheidseisen als de meetinrichting op de aansluiting waarachter deze installatie zich bevindt en zoals deze zijn vastgesteld in:
- a.
voor elektriciteit, de voorwaarden op grond van artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998;
- b.
voor gas, de voorwaarden op grond van artikel 12b, eerste lid, onderdeel b, van de Gaswet;
- c.
voor thermische energie, de voorwaarden die zijn opgenomen in bijlage 2C;
- d.
voor ander gas, de voorwaarden die zijn opgenomen in bijlage 2F.
2.
In het geval de nauwkeurigheidseisen van de meetinrichting op de aansluiting waarachter deze installatie zich bevindt niet passend zijn bij het vermogen van de productie-installatie, voldoet de meetinrichting van de productie-installatie in afwijking van het eerste lid aan de nauwkeurigheidseisen zoals passend bij het vermogen van de productie-installatie.
3.
Een productie-installatie voor het produceren van gas uit hernieuwbare energiebronnen of ander gas uit hernieuwbare bronnen is voorzien van een nippel waarop gasanalyse apparatuur kan worden aangesloten.