RAR 2021/61
Werknemersaansprakelijkheid. Is de universitair hoofddocent aansprakelijk wegens handelen in strijd met de subsidieregels en zo ja voor welk bedrag? Uitleg cao in relatie tot art. 7:661 BW. Maatstaf bewuste roekeloosheid.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03138
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS263448:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:181, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:844, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2020
- Wetingang
Art. 7:661 BW; art. 6 EVRM; art. 19 Rv
Essentie
Werknemersaansprakelijkheid. Arbeidsprocesrecht.
Is de universitair hoofddocent aansprakelijk wegens handelen in strijd met de subsidieregels? Hoe moet de schadeomvang worden berekend? Uitleg cao in relatie tot art. 7:661 BW. Maatstaf bewuste roekeloosheid.
Samenvatting
Werknemer was universitair hoofddocent bij Wageningen Universiteit (WU) en heeft bij de uitvoering van een door de overheid gesubsidieerd project een constructie toegepast die inhield dat, in strijd met de subsidieregels, de verplichte eigen bijdrage van de bij het project betrokken boerenbedrijven door WU aan de boerenbedrijven werd terugbetaald. Als gevolg van deze constructie heeft de overheid de het project verstrekte subsidie van WU ...