RAR 2020/121
Billijke vergoeding. Hoever strekt de motiveringseis bij een billijke vergoeding?
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:955
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/05362
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS225319:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:955, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2018
- Wetingang
Art. 7:683 lid 3 BW
Essentie
Billijke vergoeding. Motiveringsplicht.
Hoever strekt de motiveringseis bij een billijke vergoeding?
Samenvatting
Werknemer is sinds februari 2016 in dienst van Blue Circle als chauffeur. Op 26 augustus 2016 meldt werknemer zich ziek. De bedrijfsarts concludeert dat werknemer zijn werk niet meer kan verrichten en adviseert aangepast werk. Vanaf dat moment hebben er meerdere gesprekken plaatsgevonden betreffende de werkzaamheden. Blue Circle had meerdere waarschuwingen gegeven over de negatieve houding van werknemer en het feit dat hij zijn re-integratieverplichtingen diende na te komen. Blue Circle heeft op een gegeven moment de loonbetaling stopgezet. Het UWV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.