RvdW 2013/629
Pandrecht op lidmaatschapsrecht coöperatie, huurbeding in pandakte; art. 3:264 BW van overeenkomstige toepassing?; waarborgen kenbaarheid huurbeding voor huurder.
HR 26-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ0158 (SNS Bank/Bilici)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 april 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
12/00492
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BZ0158
- Roepnaam
SNS Bank/Bilici
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Gemeenschap
Huurrecht / Algemeen
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ0158, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ0158, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2012
- Wetingang
Art. 3:260, 3:264 BW
Essentie
Pandrecht op lidmaatschapsrecht coöperatie, huurbeding in pandakte; art. 3:264 BW van overeenkomstige toepassing?; waarborgen kenbaarheid huurbeding voor huurder.
Art. 3:264 BW is het resultaat van een zorgvuldige afweging van de algemene en bijzondere, ten dele tegengestelde, belangen die zijn betrokken bij het maken van een huurbeding in een hypotheekakte. Op grond van deze afweging kan het huurbeding, hoewel op zichzelf verbintenisrechtelijk van aard, onder de in de wet gepreciseerde voorwaarden ook worden tegengeworpen aan derden die met de hypotheekgever een latere huur- of pachtovereenkomst hebben gesloten. De belangen van latere huurders en pachters worden in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.